Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 2 - ALGEMENE INFORMATIE
2.1
INTENDED GEBRUIK
Deze
band wisselaar is ontworpen en vervaardigd uitsluitend voor verwijderen en monteren
van banden voor vrachtwagens, bussen en bedrijfswagens van/op velgen van 14" tot 56" en een
maximale diameter van 2400 mm.
In het
bijzonder kan DE FABRIKANT niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade
die wordt veroorzaakt door het gebruik van deze bandenwisselaar voor andere doeleinden dan
die welke in deze handleiding worden gespecificeerd, en daarom ongepast, onjuist en
onredelijk.
2.2
ALGEMENE
De machine mag alleen worden gebruikt door naar behoren geautoriseerd en opgeleid personeel.
Het is verboden de machine te gebruiken voor het rechttrekken van velgen, het breken van
banden van nog opgepompte of vuile banden en het draaien, raspen en snijden van banden.
De machine mag in geen geval worden gewijzigd, behalve die wijzigingen die uitdrukkelijk
door
DE FABRIKANT zijn
Verwijder nooit de veiligheidsvoorzieningen. Werkzaamheden aan de machine mogen alleen
door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Elke manipulatie of wijziging aan de apparatuur die wordt uitgevoerd zonder de voorafgaande
toestemming van de fabrikant, ontheft hem van elke verantwoordelijkheid voor schade die
rechtstreeks of onrechtstreeks door de bovengenoemde acties wordt veroorzaakt.
De bandenwisselaar wordt compleet geleverd met instructies en waarschuwingsoverdrachten
die zijn ontworpen om lang mee te gaan. Als ze om welke reden dan ook beschadigd of
vernietigd zijn, vraag dan onmiddellijk om vervanging bij de fabrikant.
De machinist moet kleding met flapperende randen vermijden. Zorg ervoor dat onbevoegd
personeel de machine niet nadert tijdens de werkcyclus.
2.3
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De bandenwisselaar heeft een aantal veiligheidsvoorzieningen die ontworpen zijn om de hoogste
veiligheid te garanderen:
Terugslagklep op de hydraulische leiding van de spindelopening (in de wartelconnector, zie
fig. B/1). Dit voorkomt dat het wiel van de spindel valt als de hydraulische leiding per ongeluk
wordt gebroken.
Overdrukventiel afgesteld op 130 bar ± 10% (zie fig. B/2). Dit beperkt de druk in de
hydraulische leiding en zorgt voor een correcte werking van de installatie.
Overbelastingsbeveiliging pompmotor (in de elektrische behuizing, zie afb. B/3). Dit wordt
onderbroken als de motor oververhit raakt om te voorkomen dat deze doorbrandt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
aangebracht.
Advertenties
Inhoudsopgave
