Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer de kralen van de velg komen, zal het wiel vallen.
Controleer of er geen omstanders in het werkgebied zijn.
6.5.3 MONTAGE
Als de velg van de spindel is verwijderd, plaats deze dan
terug op de spindel zoals beschreven in hoofdstuk 6.2
over "VERGRENDELING VAN HET WIEL".
Smeer beide hielen en de velg met het door de
bandenfabrikant aanbevolen smeermiddel.
Bevestig de clip op de hoogste positie aan de buitenrand
van de velg (zie fig. R). Zorg ervoor dat de clip stevig aan
de velg is bevestigd.
Breng de mobiele regeleenheid naar de werkpositie
[b].
Leg de band op de schuiftafel en laat de boorkop zakken
(zorg ervoor dat de clip zich op het hoogste punt bevindt)
om de eerste hiel op de clip te haken.
Til de velg op met de band eraan vastgehaakt en draai
hem ongeveer 15-20 cm tegen de klok in. De band wordt
over de velg gekanteld.
Verplaats de arm van de gereedschapshouder naar de
niet-werkende positie. Verplaats het naar het binnenvlak
van de band en haak het opnieuw in deze positie.
Controleer of het haakgereedschap aan de wielzijde is
geplaatst. Zo niet, bedien dan de gereedschapsschakelaar
(8, afb. C) en draai deze 180°.
Breng de mobiele regeleenheid naar de werkpositie
[d].
Beweeg
het
referentiepunt is uitgelijnd met de buitenrand van de velg
en ongeveer 5 mm er vanaf (zie afb. S).
Breng de mobiele regeleenheid naar de werkpositie [c].
Ga naar de buitenkant van het wiel en controleer visueel de exacte positie van de haak en pas deze
indien nodig aan. Draai vervolgens de boorkopspindel met de klok mee totdat de clip aan de
onderkant zit (6 uur). De eerste kraal zit op de rand. Verwijder de klem.
Breng de mobiele regeleenheid naar de werkpositie [d].
Verwijder het gereedschap van de band.
Verplaats de arm van de gereedschapshouder naar de niet-werkende positie. Verplaats het naar het
buitenvlak van de band.
Draai het gereedschap 180° door de gereedschapsschakelaar (8, afb. C) te bedienen.
gereedschap
naar
voren
totdat
de
Advertenties
Inhoudsopgave
