Instrument Instellen
Multifunctioneel eindstuk
Aanpassen meetreferentie
Leica DISTO™ X4
De oriëntatie van het eindstuk
wordt automatisch herkend en
het juiste nulpunt wordt inge-
steld.
a) Afstand wordt gemeten vanaf de
achterzijde van het instrument (stan-
daard instelling).
b) Afstand wordt gemeten vanaf de
voorzijde van het instrument.
c) Afstand wordt gemeten vanaf de
statiefschroefdraad.
Bij metingen met een 90° uit-
geklapt eindstuk er goed op let-
ten dat het strak tegen de rand
ligt waar vandaan u wilt meten.
d) Afstand wordt gemeten vanaf een
Leica DISTO Adapter FTA 360.
Instelling bevestigen.
Als het apparaat wordt uit-
geschakeld, gaat de mee-
treferentie terug naar de
standaard instelling (ach-
terzijde).
9