FCS-3
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§
Beweeg het de zojuist gemaakte soldering gedurende 5 seconden
niet.
§
Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§
Controleer na het solderen (het beste met een loep), of niet per
ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen
leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van
deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin met een schone
soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print
naar de soldeerstift.
Kenmerken van de extra onderdelen:
Weerstanden
Weerstanden „remmen" de stroom. Zij kunnen in een
willekeurig richting worden ingebouwd. De waarde
weerstanden voor kleine vermogens wordt door kleurringen
weergegeven. Iedere kleur staat voor een ander cijfer. De
bijgevoegde
10 kΩ (kleurringen bruin - zwart – oranje – goud).
Diode's
Diode's laten de stroom in slechts één richting door
(doorlaatrichting). De kenmerken van de diode zijn op de
behuizing afgedrukt.
Diode's moeten altijd in een bepaalde richting worden
ingebouwd.
aangegeven. Op de printopdruk is dit weergegeven.
weerstand
De
doorlaatrichting
heeft
een
wordt
Nederlands
van
waarde
van
met
een
ring
Seite 55