NEDERLANDS
46
Werkstukaanslagpunten
De zaag is voorzien van een universele
werkstukaanslag, die als dwarsaanslag
of als parallele aanslag kan worden toe-
gepast:
•
Dwarse aanslag (voor dwarse sne-
den):
50
49
48
47
Voor de inzet als dwarsaanslag
geschiedt de montage op het beves-
tigingsprofiel aan de linkerkant van
de zaag.
− Handwiel (47) voor verstekinstel-
ling. Het instelbereik bedraagt
60°. Het handwiel (47) moet tij-
dens het zagen met dwarsaan-
slag vastgetrokken zijn.
− Handwiel (48) voor verschuiffunc-
tie. Het handwiel (48) moet tij-
dens het zagen met dwarsaan-
slag los zijn.
− Kartelmoeren (49) voor het instel-
len van het aanslagprofiel. De
kunststofneus (50) aan het aan-
slagprofiel
moet
10 mm afstand ten opzichte van
het zaagblad hebben.
•
Parallelle aanslag (voor langssne-
den):
51
Voor de inzet als parallele aanslag
geschiedt de montage op het beves-
tigingsprofiel aan de voorkant van
de zaag.
8
− Het aanslagprofiel (51) moet bij
het zagen met parallele aanslag
parallel ten opzichte van het
zaagblad staan en met het hand-
wiel (52) zijn geblokkeerd.
− Handwiel (53) voor verschuiffunc-
tie. Het handwiel (53) moet tij-
dends het zagen met parallele
aanslag vastgetrokken zijn.
− Kartelmoeren
bevestigen van het aanslagpro-
fiel. Het aanslagprofiel kan na het
losmaken van de beide kartel-
moeren (54) verwijderd en ver-
plaatst worden:
54
Gebruik de lage kant als aandruk-
kant (55):
− voor het zagen van vlakke werk-
stukken;
− of als het zaagblad onder een
hoek staat.
Gebruik de lage kant als aandruk-
kant (56):
− voor het zagen van hoge werk-
stukken.
7. Montage
A
Gevaar!
Wijzigingen aan het apparaat
of het gebruik van onderdelen die
door de fabrikant niet uitdrukkelijk
getest of goedgekeurd zijn, zijn ver-
boden, temeer daar zij tot schade aan
het apparaat en/of tot ernstige per-
soonlijke letsels kunnen leiden.
ten
minste
− Monteer de zaag zoals aangege-
ven in de handleiding.
− Gebruik uitsluitend de onderde-
len uit de verpakking.
− Breng aan deze onderdelen geen
wijzigingen aan.
De zaag voldoet alleen aan de veilig-
heidsvoorschriften en is alleen veilig in
53
gebruik, als ze precies volgens de voor-
52
schriften gemonteerd wordt.
Als u ook de onderstaande instructies
volgt, heeft u beslist geen problemen
met de montage van de machine:
•
Voordat u met een deelmontage
begint, moet u eerst alle instructies
betreffende die montagestap doorle-
zen.
•
Leg de voor elke stap de vereiste
onderdelen klaar.
Benodigd gereedschap
Statief monteren
Nr.
57
58
59
(54)
voor
het
60
61
62
63
1.
55
56
A
niet op de onderlaag liggen! Om
schade aan de zaag of de ondergrond
te voorkomen, zet u de tafelplaat op
twee montagebokken.
2.
3.
4.
− 2 schroefsleutel 10 mm
Benaming
Poot
Zeskantschroef M6 x
16
Borgring 6,4
Zeskantmoer, M6
Slangdrager
Versterking, lang
Versterking, kort
Tafeloppervlak met de motor naar
boven op een stabiele ondergrond
leggen.
Opgelet!
Zaagblad en spouwmes mogen
Zet de vier poten (57) vast in de
hoeken van het tafelblad:
− Zeskantschroeven (58) met bor-
gringen (59) van buiten doorste-
ken;
− van
binnen
borgringen
opsteken en zeskantmoeren (60)
opschroeven en niet geheel vast-
trekken.
Op de met pijl gekenmerkte plek de
slangdrager (61) met de opening
naar achteren aan de zaagtafel
vastschroeven.
60
59
57
62
61
Schroef de lange versterkingen (62)
aan de zijkant tussen de poten, de
korte versterkingen (63) schroeft u
tussen de voorste en de achterste
benen:
− De brede kant van de versterking
naar het tafelblad gericht;
Aantal
4
28
56
28
1
2
2
(59)
58
63