Overzicht van functies
Functie
Normaal display
Normaliter wordt hier de oververhitting uitgelezen (de openingsgraad of S3 temper-
atuur kunnen ook geselecteerd worden. Zie o17).
Referentie
Setpoint (alleen als r14=1)
De regeling is gebaseerd op de ingestelde uitschakelwaarde eventueel met externe
verschuiving (o10)
(Druk op beide toetsen tegelijk om de instelling te wijzigen)
Differentie
Wanneer de temperatuur hoger is dan het setpoint plus de differentie, zal het relais
van de magneetklep worden bekrachtigd. Het wordt uitgeschakeld wanneer de tem-
peratuur onder het setpoint komt.
Eenheid
Hier kan gekozen worden of de regelaar de temperatuurwaarden in °C of in °F weer-
geeft en drukwaarden in Bar of psig.
Als °F is gekozen, worden alle andere temperatuur waarden ook in Fahrenheit
veranderd, zowel absolute waarden als delta-waarden.
Externe invloed aan het setpoint
Deze instelling bepaalt wat de maximale waarde is die bij het setpoint moet worden
opgeteld als het ingangssignaal maximaal is (0 mA). Zie o10.
Correctie van het S2 signaal
(compensatie mogelijk voor lange kabellengten).
Correctie van het S3 signaal
(compensatie mogelijk voor lange kabellengten).
Start/stop van de inspuiting
Met deze instelling kan de inspuiting gestart en gestopt worden. Dit kan ook door
middel van een externe schakelaar. Zie ook appendix 1.
Definieer thermostaatfunctie
0: Geen thermostaatfunctie. Alleen de oververhitting wordt geregeld
1: Zowel thermostaatfunctie als regeling oververhitting.
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm genereren. Zodra er een alarm is,
zullen alle LED's op het frontpaneel gaan knipperen en zal het alarmrelais gemaakt
worden.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een te hoge S3 temperatuur ingesteld. De waarde wordt
ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur het ingestelde set-
point + A01 overschrijdt. (De actuele referentie kan worden uitgelezen met parameter
u8).
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een te lage S3 temperatuur ingesteld. De waarde wordt
ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur onder het ingestelde
setpoint, verminderd met A0, gedaald is.
Alarmvertraging
Als één van de grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in werking.
Het alarm wordt niet geactiveerd voordat de ingestelde tijd-vertraging is verstreken.
De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten.
Batterijalarm
Hier wordt ingesteld of de regelaar het voltage van de batterij back-up moet bewak-
en. Als er geen of een laag voltage wordt gemeten, wordt een alarm gegenereerd.
*) Alleen gebruikt als thermostaatfunctie (r14=1) is geselecteerd
4
Ref. Diff.
Manual RS8CX610 © Danfoss 11-006
Para-
Parameter bij bediening via
meter
datacommunicatie
SH / OD% / S3 temp
Thermostat control
- *
TempSetpoint.
r01 *
Differential
r05
Units (Menu = Misc.)
0: °C + bar
1: °F + psig
(In AKM wordt alleen maar °C + bar
– weergegeven).
r06
ExtRefOffset
r09
Adjust S (Menu = Misc.)
r10
Adjust S3 (Menu = Misc.)
r1
Main Switch
r14
Therm. Mode
Alarm setting
A01 * Upp.TempAlrm
A0 * Low.TempAlrm
A03 * TempAlrmDel
A34
Batt. alarm
EKC 316A