Opstarten van regelaar
Als alle bedrading is aangesloten dienen onderstaande punten
doorlopen te worden voor begonnen wordt met regelen:
1. Schakel de externe AAN/UITschakelaar op "UIT
. Volg het menuoverzicht op pagina 8 en stel de diverse para-
meters in op de gewenste waarden.
3. Zet de externe AAN/UIT schakelaar op "AAN" , en de regeling
start.
4. Volg het verloop van de actuele ruimtetemperatuur of
oververhitting op het display.
Als de oververhitting fluctueert
Bij koelsystemen welke ontworpen zijn voor een gelijkmatige be-
lasting zullen de fabrieksinstellingen van de regelaar in de meeste
gevallen voldoende zijn voor een stabiele en snelle regeling.
Als het systeem echter fluctueert, kan het zijn dat de oververhit-
tingsparameters te klein zijn geselecteerd:
Als adaptieve oververhitting is geselecteerd:
Pas aan : n09, n10 en n18
Als gedefinieerde oververhitting is geselecteerd:
Pas aan: n09, n10 en n
Het kan ook zijn dat de ingestelde regelparameters niet optimaal
zijn ingesteld.
Controleer dat de ETS klep sluit als de voeding
naar de regelaar wordt onderbroken
Deze controle moet worden uitgevoerd als de regelaar is
uitgevoerd met batterij back-up.
De batterij zal de stappenmotor naar de 'eindstop' bewegen en zo
de klep sluiten.
Deze regeling kan worden weggelaten als een magneetafsluiter
in de vloeistofleiding is geplaatst en aangesloten is op klemmen
9-10.
EKC 316A
Manual RS8CX610 © Danfoss 11-006
Als de oscillatietijd langer is dan de integratietijd:
(Tp > Tn , (Tn is, bijv., 240 sec))
1. Verhoog Tn tot 1. maal Tp
. Wacht tot het systeem weer in balans is
3. Als er nog steeds oscillatie is, reduceer Kp met, bijv., 0%
4. Wacht tot het systeem weer in balans is
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat het systeem stabiel is
Als de oscillatietijd korter is dan de integratietijd:
(Tp < Tn , (Tn is, bijv., 40 sec.))
1. Reduceer Kp met, bijv., 0% van de schaaluitlezing
. Wacht tot het systeem weer in balans is
3. Herhaal stap 1 en totdat het systeem stabiel is
13