•
Begin de riem aan te brengen op de
aangedreven poelie
•
Gebruik een 9/16" diepe dop om de borstel
te draaien en de riem om de aangedreven
poelie te leiden
1. Riem
Belangrijk:
Controleer of de ribbels op de
riem goed in de groeven van de poelies
zitten en dat de riem zich in het midden van
de spanpoelie bevindt.
2.
Druk de spanpoelie omlaag om te controleren of
het geheel vrij kan draaien.
De montage voltooien
1.
Controleer de uitlijning van de riem en de poelies
als volgt:
•
De riem moet de juiste spanning hebben
voordat u de uitlijning controleert.
•
Leg een richtliniaal langs het buitenvlak
van de aandrijfpoelie
richtliniaal niet over beide poelies.
•
De buitenvlakken van de aandrijfpoelie en
de aangedreven poelie moeten op één
lijn staan, met een maximale speling van
0,76 mm.
•
Als de poelies niet uitgelijnd zijn: zie
uitlijning van de poelies controleren (bladz.
9).
(Figuur
15).
(Figuur
15).
Figuur 15
2. 9/16" diepe dop
(Figuur
16). Leg de
•
Als de poelies op één lijn staan, gaat u
verder met de installatie.
•
Gebruik de spanpoelie niet om de uitlijning
te controleren.
Belangrijk:
begeven als de poelies niet goed zijn
uitgelijnd.
2.
Schuif de riemkap over de montagebouten en
bevestig deze met 2 flensmoeren
Belangrijk:
schade aan de klep te voorkomen.
g020390
1. Drijfriemkap
2. Stelschroef gemonteerd
3. Stelschroef verwijderd
3.
Smeer de smeernippels op de beide
lagerbehuizingen van de rolborstels met nr. 2
vet op basis van lithium
eventueel overtollig vet weg, met name rond de
afdichtingen.
De
7
De riem kan het voortijdig
Figuur 16
(Figuur
Draai de moeren niet te vast om
Figuur 17
(Figuur
18). Veeg
g027197
17).
g027198