2.3 Inbouwmontage
2.4 Instelmogelijkheden met potentiometer
2.4.1
Lichtsterkte (LUX) instellen
Met de potentiometer voor lichtsterkte kunt u diverse lichtsterktewaarden instellen.
Stel de potentiometer op de gewenste inschakellichtsterkte (5 – 1000 lux/on) in.
In de stand On reageert de melder altijd op beweging, onafhankelijk van de lichtsterkte.
De potentiometer geldt alleen voor de normale lichtsterkte-schakelwaarde.
Een aparte lichtsterktewaarde voor de nacht (voor dag-/nachtomschakeling) kan in de
ETS-applicatie worden ingesteld resp. veranderd.
Zet de potentiometer op inleren; de melder slaat na 20 s (rode LED flikkert) de actuele
omgevingslichtsterkte op als toekomstige inschakellichtsterkte.
Daarbij wordt altijd de schakelwaarde veranderd die tijdens het inleren actief is:
Lichtsterkte-schakelwaarde C1
Lichtsterkte-schakelwaarde C1 nacht
Montage
9