8 Lichtsterkte-schakelwaarde
8.1 Instellen van de lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste
lichtsterkte
De lichtsterkte-schakelwaarde bepaalt de minimaal gewenste lichtsterkte. De actueel aanwezige
lichtsterkte wordt onder, vóór de melder gemeten. Is de aanwezige lichtsterkte lager dan de
schakelwaarde, dan wordt het licht, wanneer aanwezigheid wordt gedetecteerd, ingeschakeld.
De ruimtecorrectiefactor is een maat voor het verschil tussen de gemeten lichtsterkte bij de
wand en op de vloer.
De gemeten lichtsterkte aan de wand wordt beïnvloed door de montageplaats, de lichtinval, de
zonnestand, de weersomstandigheden, de reflectie-eigenschappen van de ruimte en het
meubilair.
Met de ruimtecorrectiefactor wordt de lichtsterktemeting van de melder aan de ruimtelijke
omstandigheden aangepast. De lichtsterkte van de aanwezigheidsmelder wordt zo op de
gemeten luxmeterwaarde
Ruimtecorrectiefactor.
Zie parameter
Ruimtecorrectiefactor =
op het vlak onder de melder geschaald.
1
Lichtsterkte bij de wand
Lichtsterkte op de vloer
Lichtsterkte-schakelwaarde
Luxmeter
71