Inhoudsopgave
Advertenties
5.3.3
Eigenschappen van de algemene objecten
Obj.
Naam
Parallelschakeling
60
uitgang
Parallelschakeling
61
ingang
75
Testmodus
aanwezigheid
Het applicatieprogramma theMura
Functie
Beschrijving
Trigger uitgang
Object beschikbaar wanneer bij
Bedrijfsmodus Master
Bedrijfsmodus
De triggeruitgang is voor de
parallelschakeling van meerdere melders
nodig. Daarbij zendt het object als
bewegingsinformatie een trigger naar een
trigger ingang of trigger in-/uitgang.
Er zijn twee soorten schakelingen mogelijk:
Master-Slave parallelschakeling:
Eén Master ontvangt de
bewegingsinformatie van meerdere Slaves in
de ruimte en schakelt de verlichting naar
behoefte volgens de door de Master
gemeten lichtsterkte. Het voordeel is een
uniforme schakeling met een gedefinieerde
lichtsterkte. Dit kan bijvoorbeeld in gangen
worden toegepast, waarbij de Master op de
donkerste plaats wordt gemonteerd.
Master-Master parallelschakeling:
meerdere Masters wisselen de
bewegingsinformatie onder elkaar uit. Het
voordeel is een zone met uniforme
aanwezigheidsdetectie, maar met meerdere
lichtmetingen.
De afstand (cyclustijd) tussen twee
telegrammen kan op max. 5 min worden
ingesteld.
Belangrijk: Men dient erop te letten dat de
afstand tussen twee triggertelegrammen
altijd kleiner wordt gekozen dan de
nalooptijd.
Let op de opmerkingen in het hoofdstuk
Parallelschakeling.
Trigger ingang
Object beschikbaar wanneer bij
Bedrijfsmodus Master
ingesteld.
De triggeringang is voor de
parallelschakeling van meerdere melders
nodig. Daarbij ontvangt het object de
bewegingsinformatie van een trigger uitgang
of trigger in-/uitgang.
Voor een beschrijving van de schakeltypes
zie object 60
Aan/Uit
Een AAN-telegram activeert de testmodus
aanwezigheid gedurende de
geparametreerde tijd.
Met een UIT-telegram wordt de testmodus
aanwezigheid voortijdig afgebroken en de
Parallelschakeling
=
Slave
=
is ingesteld.
Parallelschakeling
=
Trigger uitgang.
of
is
26
Advertenties
Inhoudsopgave
