5.5 Checklijst afsluitende werkzaamheden aan de installatie
Mengkraanmotoren koppelen (automatische werking)
en de pompen op het gewenste toerental instellen.
Flowvalves losmaken.
Differentieeldruk-overstroomventiel instellen.
Visuele controle:
• dichtheid van schroefkoppelign en buisaansluitingen.
• dichtheid van olieleidingen.
Gecombineerde bijluchtinrichting (toebehoren)
controleren. De klep moet openen bij de uitschake-
ling van de brander. Pendelgewichten juist instellen.
Werking van de veiligheidsventielen controleren.
Werking van de schakelthermostaten b.v. vloerverwar-
ming-veiligheidsthermostaat controleren door verande-
ring van de schakeltemperatuur.
Bij meerdere aangesloten verbruikers, b.v. pompen of
mengkranen controleren of deze daadwerkelijk in wer-
king gesteld worden. De loopinrichting van de meng-
kraanmotor nakijken.
Andere regelinrichtingen in het systeem aanpassen
overeenkomstig de gegevens van de fabrikant.
5.6 Voordruk expansievat en installatiedruk
De voordruk wordt berekend op basis van de statische
hoogte van de installatie (hoogste punt voor de plaatsing
van het expansievat).
Let op de montagehandleiding WHS.
Voordruk expansievat:____________ m / bar
(10 m komt overeen met 1 bar)
Bij statische hoogte onder 5 m: 0,5 bar kiezen.
Installatiedruk 0,5 bar hoger dan voordruk expansievat.
Installatiedruk:
Voorbeeld:
10 m gebouwhoogte geeft:
voordruk expansievat1 bar
installatiedruk 1,5 bar
____________ bar
5
31