452237.69.09 · 12/2014 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP W 120 ID - WWP W 180 ID
7 Montage
7.5
Elektrische aansluiting
7.5.1 Algemeen
Alle elektrische aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door een elektricien of een
voor de betreffende werkzaamheden geschoold persoon met inachtneming van de
montage- en gebruiksaanwijzing,
landspecifieke installatievoorschriften (bijv. VDE 0100),
technische aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf en de netwerkexploitant (bijv.
TAB) en
de plaatselijke omstandigheden worden uitgevoerd.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie mag de warmtepompmanager niet
spanningsvrij worden geschakeld en moet er stroming door de warmtepomp plaatsvin-
den.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord. Daarom is er afhankelijk van
de interne weerstand van een meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten
zijn, een spanning meetbaar die echter lager is dan de netspanning.
Op de regelaarklemmen N1-J1 tot N1-J11; N1-J19 tot N1-J20; N1-J23 tot N1-J26 en
de klemmenstrook X3 is een extra lage spanning aanwezig. Wanneer er door bedra-
dingsfouten aan deze klemmen netspanning aangelegd wordt, vernietigt dit de warm-
tepompmanager.
OPMERKING
Bij de aansluitwerkzaamheden van het schakelkastje moet erop worden gelet dat de
voedingskabels en de signaalkabels van elkaar gescheiden in het schakelkastje
worden geleid. Hiervoor moeten de speciaal aangebrachte
schakelkastinvoeropeningen worden gebruikt (zie Afb. 7.3 op pag. 14).
Ook bij de bedradingswerkzaamheden in het schakelkastje moeten de voedings- en
signaalkabels altijd van elkaar gescheiden worden aangelegd.
7RHYRHU
6LJQDDONDEHOV
/DJH VSDQQLQJ
7RHYRHU
9RHGLQJVNDEHOV
1HWVSDQQLQJ
$
Afb. 7.3: Kabeldoorvoer schakelkastje
$
14