Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemeen; Aansluiting Verwarmingskant - Weishaupt WWP W 120 ID Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

452237.69.09 · 12/2014 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP W 120 ID - WWP W 180 ID

7 Montage

7
Montage
7.1

Algemeen

Aan de warmtepomp kunnen de volgende aansluitingen tot stand worden gebracht.
Hierbij moet het hydraulische aansluitschema in acht worden genomen:
Vertrek/terugloop broninstallatie
Vertrek/terugloop verwarming
Temperatuurvoeler
Spanningsvoorziening
7.2

Aansluiting verwarmingskant

OPGELET
ACHTUNG
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten wordt.
Vóór het aan de kant van het verwarmingswater aansluiten van de warmtepomp moet
de verwarmingsinstallatie doorgespoeld worden om mogelijk vuil, resten van isolatie-
materiaal etc. te verwijderen. Wanneer de condensor door resten en vervuiling verstopt
raakt, kan dit tot uitval van de warmtepomp leiden.
Na installatie van de verwarmingskant dient de verwarmingsinstallatie te worden ge-
vuld, te worden ontlucht en onderdrukt te worden
ACHTUNG
OPGELET
De maximale testdruk bedraagt aan de verwarmingskant en primaire zijde 6,0 bar(ü).
Deze waarde mag niet worden overschreden.
Bij het vullen van de installatie moet op het volgende worden gelet:
onbehandeld vul- en suppletiewater moet drinkwaterkwaliteit hebben
(kleurloos, helder, zonder afzettingen)
het vul- en suppletiewater moet zijn voorgefilterd (poriënwijdte max. 5 µm).
Kalksteenvorming in sanitairwaterverwarmingsinstallaties kan niet volledig worden
voorkomen, maar is bij installaties met vertrektemperaturen onder 60 °C verwaarloos-
baar gering.
Bij verwarmingssystemen voor gemiddelde en voor hoge temperatuur kunnen ook tem-
peraturen boven 60 °C worden bereikt.
Daarom moeten voor het vul- en suppletiewater volgens VDI 2035 blad 1 de volgende
richtcijfers aangehouden worden:
Totaal aardalkaliën
Totaal verwarmings-
in mol/m³ resp.
vermogen in [kW]
tot 200
200 tot 600
> 600
Minimaal debiet verwarmingswater
Het minimale debiet verwarmingswater van de warmtepomp dient in elke bedrijfstoe-
stand van de verwarmingsinstallatie gegarandeerd te zijn. Dit kan bv. door installatie
van een hydraulische evenwichtsfles worden bereikt.
Indien de warmtepompmanager en de verwarmings-circulatiepompen bedrijfsklaar zijn,
werkt de vorstbeveiliging van de warmtepompmanager. Bij buitenbedrijfstelling van de
warmtepomp of bij stroomuitval moet de installatie worden geleegd. Bij warmte-
pompsystemen waarbij stroomuitval niet herkend kan worden (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring van een geschikte vorstbeveiliging worden voorzien.
Totale
hardheid in °dH
mmol/l
2,0
11,2
1,5
8,4
< 0,02
< 0,11
11

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wwp w 180 id

Inhoudsopgave