verdeling ingesteld is in één van de andere laders, vooral bij hogere spanning zoals 16 of 17V, stel dan hetzelfde in de MPPT
in. Zelfs wanneer de MPPT niet gebruikt wordt voor evenredige verdeling.
Herstel van een fout:
• Fout 38: Koppel eerst de zonnepanelen los en koppel de accu los. Wacht 3 minuten, sluit dan eerst de accu en daarna de
panelen weer aan.
• Fout 39: De lader hervat automatisch de werking zodra het accuspanning onder de maximale spanning-instelling daalt
(normaal gesproken egalisatie- of absorptie spanningen), voor 250 V-versies of druppel spanning voor de andere units. Het
kan ook een minuut duren om de fout te herstellen.
• Fout 80 tot 83: Koppel eerst de PV-panelen los en koppel de accu los, volg dan de
Als de fout blijft, is de lader waarschijnlijk defect.
Fout 40 - PV-Ingang kan niet worden uitgeschakeld
• Als de lader de PV-ingang niet kan uitschakelen, gaat hij naar een veilige modus om de accu te beschermen tegen overladen
of hoge spanning op de accupolen. Om dat te doen, stopt de lader met laden en koppelt hij zijn eigen uitgang los. De lader zal
defect gaan.
Melding 65 - Communicatiewaarschuwing
• De communicatie met een van de parallel geschakelde laders is verbroken. Schakel de lader uit en weer in om de
waarschuwing te wissen.
Melding 66 - Incompatibel apparaat
• De lader is parallel geschakeld aan een andere lader met verschillende instellingen en / of een ander laadalgoritme.
Zorg ervoor dat alle instellingen hetzelfde zijn en werk de firmware van alle laders bij naar de laatste versie.
Fout 67 - BMS-Verbinding verbroken
• Deze fout wordt getoond wanneer de lader is ingesteld om te worden bestuurd door een BMS, maar geen besturingsberichten
van een BMS ontvangt. In die situatie stopt de lader met laden door de uitgangspanning te verlagen naar de basis spanning
van de accu (12 V/24 V/36 V/48 V). Dit is een veiligheidsmechanisme, de reden om nog steeds de uitgang in te schakelen is
om een systeem toe te laten zelf te herstellen van een lage accu-situatie.
PV-laders tonen deze fout alleen wanneer er PV-vermogen beschikbaar is en het apparaat dus klaar is om te beginnen met
laden. Het wordt 's nachts niet getoond. En als er een permanent probleem is, zal de fout 's ochtends optreden en 's nachts
verdwijnen, enzovoort.
Oplossing: controleer de verbinding tussen de lader en het BMS.
Hoe de lader opnieuw in te stellen met de zelfstandige modus:
Onze laders en PV-laders stellenzichzelf automatisch in om BMS-gestuurd te zijn wanneer ze hierop zijn aangesloten; ofwel
direct of via een GX-apparaat. En die instelling is semi-permanent: uit- en inschakelen van lader zal deze instelling niet
resetten.
Bij het verwijderen van de lader uit dergelijk systeem, en het opnieuw gebruiken in een systeem zonder BMS, moet die
instelling gewist worden. Kijk hier hoe dat te doen:
• Laders met LCD-weergave: ga naar het instellingen-menu en verander de instelling "BMS" van "J" in "N" (setup-item 31).
• Andere laders: herstel de lader naar de fabrieksinstellingen met VictronConnect en stel de lader vervolgens opnieuw in.
Fout 68 - Netwerk verkeerd ingesteld
• Geldt voor SmartSolar / BlueSolar laders VE.Can (FW-versie v1.04 of hoger) en SmartSolar VE.Direct laders (FW-versie
v1.47).
Om de fout op de SmartSolar VE.Direct laders te verhelpen, moet u de FW-versie bijwerken naar v1.48 of hoger.
Firmware bijwerken om de fout op de SmartSolar / BlueSolar laders VE.Can te verhelpen. Als de fout zich blijft voordoen, komt
dat doordat de oplader is aangesloten met zowel een VE.Direct-kabel als op VE.Can. Dat wordt niet ondersteund. Verwijder
een van de twee kabels. De fout verdwijnt en de oplader hervat binnen een minuut de normale werking.
Achtergrond:
Fout 68 geeft aan dat de oplader meerdere conflicterende netwerkbronnen detecteert die proberen met dezelfde prioriteit
informatie naar de lader te verzenden. VE.Can- en VE.Direct-interfaces hebben beide hetzelfde prioriteitsniveau en BLE (met
VE.Smart-netwerken) heeft een lagere prioriteit.
Het hebben van een hoger prioriteitsniveau betekent dat, als dezelfde informatie (bijv. Accuspanningsdata) wordt ontvangen
van zowel VE.Can als BLE (via VE.Smart-netwerk) door de lader, de informatie op VE.Can wordt gebruikt en die afkomstig van
BLE wordt genegeerd.
Als nu dezelfde informatie wordt ontvangen van twee interfaces die hetzelfde prioriteitsniveau hebben (zoals VE.Can en
VE.Direct), weet de lader niet wie hij die prioriteit moet geven, waardoor fout 68 wordt geactiveerd.
Pagina 62
MPPT zonnelader handleiding
hier
beschreven herstelprocedure.
Probleemoplossing en ondersteuning