Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Accuvoedingsprobleem; Accuspanning Controle - Victron energy SmartSolar MPPT 100/20 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SmartSolar MPPT 100/20:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Het BMS van een beheerde accu kan de lader direct in- of uitschakelen via een VE.Direct niet-inverterende remote aan /
uit-kabel. Deze kabel is verbonden met de VE.Direct-poort. Het BMS kan de lader uitschakelen via deze kabel.
Als de laadinstellingen correct zijn ingesteld en als alle accucellen in balans zijn, mag de BMS de opladen nooit verbieden. Het
BMS staat opladen niet toe wanneer de celspanning van een (of meer) accucellen te hoog is of wanneer de uitschakeling bij
lage temperatuur is ingeschakeld en de accutemperatuur onder de temperatuurdrempel is gedaald.

9.2.8. Accuvoedingsprobleem

Om de PV-lader volledig te laten functioneren als acculader, moet deze op een accu worden aangesloten.
Hoewel het lijkt alsof de PV-lader is aangesloten op de accu, is het heel goed mogelijk dat de regelaar geen accuvoeding krijgt, er
staat geen spanning op de accuklemmen van de PV-lader.
Mogelijke oorzaken kunnen zijn:
• Losse of ontbrekende accukabels.
• Losse kabelverbindingen of slecht gekrompen kabelklemmen.
• Een gesprongen (of ontbrekende) zekering in de accuvoedingskabel.
• Open (of defecte) installatieautomaat in de accu voedingskabel.
• Ontbrekende of verkeerd bedrade accukabels.

Accuspanning controle

1.
Gebruik de VictronConnect-app, een aangesloten display of een GX-apparaat om erachter te komen wat de
accuklemspanning van de regelaar is. Als dit niet beschikbaar is, gebruik dan een multimeter om de accuspanning aan
de klemmen van de regelaar te meten.
2.
Gebruik een multimeter om de spanning aan de accupolen te meten.
3.
Vergelijk de twee spanningen.
4.
Als het accuspanning en de regelaar spanning niet hetzelfde zijn, onderzoek dan waarom dit zo is. Volg het pad van de
regelaar naar de accu om te onderzoeken wat de oorzaak kan zijn.
Controle accuvoeding
1.
Controleer en verifieer of alle bekabeling correct is aangesloten en dat er geen bedradingsfouten zijn gemaakt.
2.
Controleer of alle kabelverbindingen stevig vastzitten, rekening houdend met de maximale aandraaimomenten.
3.
Controleer of alle kabelschoenen of kabelklemmen correct zijn gekrompen.
4.
Controleer zekeringen en / of installatieautomaten.
Pagina 47
MPPT zonnelader handleiding
V
OR
V
Probleemoplossing en ondersteuning

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smartsolar mppt 75/10

Inhoudsopgave