Toelichting bij het scherm (Bluetooth® optioneel)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Detectie van armmanchet wikkeling
Als de manchet te los zit, kan dit onbetrouwbare meetresultaten veroorzaken. De
'Manchetwikkeling detectie' kan helpen bepalen of de manchet goed genoeg is
aangelegd. Het opgegeven icoon
is gedetecteerd tijdens de meting. Anders verschijnt het opgegeven icoon
als de manchet tijdens de meting correct is aangelegd.
Bewegingsdetectie
De "bewegingsdetectie" helpt de gebruiker eraan te herinneren dat hij stil moet
blijven en geeft elke beweging van het lichaam aan tijdens de meting. Het opge-
geven icoon verschijnt zodra een "lichaamsbeweging" is gedetecteerd tijdens en
na elke meting.
Opmerking: het wordt ten zeerste aanbevolen om opnieuw te meten als het
icoon
verschijnt.
Hypertensie Risico-indicatie (HRI)
De Wereldgezondheidsorganisatie classificeert bloeddruk in 6 klassen. Dit apparaat
is uitgerust met een innovatieve bloeddrukrisico-indicatie, die visueel het veronder-
8
1. Onregelmatige hartslag detectie (ARR)
2. Atriumfibrillatie Detectie (AFib)
3. Premature Contractie Detectie (PC)
4. Tachycardie Detectie (TACH)
5. Bradycardie Detectie (BRAD)
13
6. Datum / tijdsaanduiding
14
7. Detectie van manchetomslag
8. Zwak batterijniveau
9. Risico-indicatie hypertensie
10. Manchet controle systeem
15
11. Automatische modus
12. Auscultatiemodus
16
13. Bluetooth icoon
14. Systolische druk
17
15. Diastolische druk
18
16. Hartslag
17. Hartslag icoon
18. Geheugen Icoon
verschijnt zodra er een "losse manchet"
stelde risiconiveau (optimaal / normaal / hoog-normaal / graad 1 hypertensie /
graad 2 hypertensie / graad 3 hypertensie) van het resultaat na elke meting aangeeft.
Foutmeldingen voor uw referentie
EE / meetfout: zorg ervoor dat de L-stekker stevig op het luchtkanaal is aangesloten
en meet opnieuw rustig. Wikkel de manchet op de juiste manier en houd de arm sta-
biel tijdens het meten. Als de fout zich blijft voordoen, stuur het apparaat dan terug
naar uw lokale distributeur of servicecentrum.
E1 / Afwijking luchtcircuit: Zorg ervoor dat de L-plug stevig is aangesloten op de
luchtaansluiting aan de zijkant van het apparaat en meet opnieuw rustig. Als de fou-
ten zich nog steeds voordoen, stuur het apparaat dan terug naar uw lokale distribu-
teur of servicecentrum voor hulp.
E2 / Druk hoger dan 300 mmHg: Schakel het apparaat uit en meet opnieuw rustig.
Als de fout zich blijft voordoen, stuur het apparaat dan terug naar uw lokale distribu-
teur of servicecentrum.
E3 / Gegevensfout: verwijder de batterijen, wacht 60 seconden en laad opnieuw. Als
de fout zich blijft voordoen, stuur het apparaat dan terug naar uw lokale distributeur
of servicecentrum.
Er / overschrijden meetbereik: Meet opnieuw rustig. Als de fout zich blijft voor-
doen, stuur het apparaat dan terug naar uw lokale distributeur of servicecentrum.
Gebruik met de AC-adapter
1. Sluit de AC-adapter aan op de AC-adapteraan-
sluiting aan de rechterkant van het apparaat.
2. Steek de AC-adapter in het stopcontact. (AC-
adapters met de vereiste spanning en stroom
aangegeven in de buurt van de AC-adapteraan-
sluiting.)
Opgepast:
1. Verwijder de batterijen als u langere tijd in de AC-modus werkt.
Als u de batterijen lange tijd in het compartiment laat zitten, kunnen deze gaan
lekken, wat kan leiden tot schade aan het apparaat.
2. Er zijn geen batterijen nodig bij gebruik in de AC-modus.
3. AC-adapters zijn optioneel. Neem contact op met de distributeur voor de compa-
tibele AC-adapters.
4. Gebruik alleen de geautoriseerde AC-adapter met deze bloeddrukmeter. Raad-
pleeg APPENDIX 1 voor informatie over de geautoriseerde AC-adapter.
AC Adapter
(Ø4.0 / Ø1.7)
9