combinatie van groomer en borstelsystemen leidt
tot een optimale maaikwaliteit en een uitstekend
maairesultaat, wat weer zorgt voor consistente
speelomstandigheden.
Kam/schraperset: Een vaste kam achter de voorrol
helpt korrelvorming en sponzig gras te verminderen
doordat de grassprieten vóór het maaien rechtop
worden gezet. Een schraper voor de Wiehle-voorrol
zit ook in de set.
Set voor hoge maaistand: Nieuwe voorrolbeugels
en extra afstandsstukken voor de achterrol zorgen
ervoor dat het maaidek op een hoogte van meer dan
25 mm kan worden gezet. De nieuwe voorrolbeugels
bewegen de voorrol ook verder naar buiten waardoor
het maairesultaat fraaier wordt.
Rol met kraag: Helpt overlappingssporen op
grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-,
zoysia-, paspalumgras) te verminderen
Kraagset (6 nodig per rol): Helpt overlappingssporen
op grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-,
zoysia-, paspalumgras) te verminderen. Monteer
deze set op de bestaande Wiehle-rol. Hij is niet zo
agressief als de rol met kraag
Korte achterrol: Helpt dubbele rolsporen op
grassoorten voor het koude seizoen (struisgras,
beemdgras, raaigras) te verminderen
Volledige voorrol: Zorgt voor een meer
geprononceerd streeppatroon (herhaald maaien in
dezelfde richting/baan). De effectieve maaihoogte
wordt echter hoger en de maaikwaliteit gaat achteruit.
Schrapers (Wiehle, rol met kraag, achterrol,
volledige voorrol): Er zijn vaste schrapers
verkrijgbaar voor alle optionele rollen, die ervoor
zorgen dat er minder gras op de rollen komt te zitten.
Dit kan echter de maaihoogte-instelling beïnvloeden.
Revisieset voor de rol: Omvat alle lagers,
lagermoeren en binnen- en buitenpakkingen die nodig
zijn om een rol te reviseren
Gereedschapsset voor revisie van de rol: Omvat
alle werktuigen en montage-instructies die nodig zijn
om een rol te reviseren met de revisieset
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de
machine.
Afstelling
Contact tussen ondermes en
messenkooi afstellen
Voer deze stappen uit om het contact tussen
ondermes en messenkooi af te stellen en de
toestand en onderlinge werking van het ondermes en
messenkooi te controleren. Test na deze procedure
altijd de prestaties van de maaimachine en doe dit
onder omstandigheden die normaal zijn voor uw
werkgebied. Mogelijk moet u de machine nog verder
afstellen om deze optimaal te laten maaien.
Belangrijk:
Maak het contact tussen het
ondermes en de messenkooi niet te groot; u zult
het ondermes beschadigen.
•
Na het wetten van het maaidek of het slijpen van
de messen kan het zijn dat u er enkele minuten
mee moet maaien en vervolgens deze procedure
uitvoeren om het contact tussen het ondermes en
de messenkooi af te stellen; het ondermes en de
messenkooi zetten zich namelijk naar elkaar.
•
Mogelijk is er nog verdere afstelling nodig als het
om zeer dichte gazonbegroeiing gaat of als u een
erg lage maaihoogte gebruikt.
U hebt het volgende gereedschap nodig om deze
procedure uit te voeren:
•
Afstandsplaat 0,05 mm – Toro onderdeelnummer
125-5611
•
Maaitestpapier – Toro onderdeelnummer 125-5610
1.
Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal
oppervlak. Draai de stelschroeven van de
ondermesbalk linksom zodat de ondermesbalk
de messenkooi niet raakt
8
(Figuur
8).