Basisinstelling van maaihoogte
De basisinstelling van de maaihoogte is de hoogte
waarop de bovenrand van het ondermes is ingesteld
boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van
zowel de voor- als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is
gemaaid. Voor een bepaalde basisinstelling van de
maaihoogte zal de effectieve maaihoogte variëren
afhankelijk van het type gras, het seizoen en de
toestand van de grond en het gazon. De instelling
van de maai-eenheid (agressiviteit van maaien,
rollen, ondermessen, gemonteerde werktuigen,
gazoncompensatie-instellingen enz.) heeft ook een
invloed op de effectieve maaihoogte. Controleer
regelmatig de effectieve maaihoogte met de
Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste
basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van het maaidek
heeft een duidelijke invloed op de prestaties van het
maaidek. De agressiviteit van de maaistand slaat op
de hoek van het ondermes ten opzichte van de grond
(Figuur
17).
De beste instelling van het maaidek hangt af van de
gazonomstandigheden en de gewenste resultaten.
Ervaring met het maaien van uw gazon bepaalt
de beste instellingen. U kunt de agressiviteit van
de maaistand aanpassen gedurende het gehele
maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve
instelling beter geschikt voor grassoorten voor het
warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras),
terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen
(struisgras, beemdgras, raaigras) een normaal tot
hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid
doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in
het ondermes trekt.
1. Afstandsstukken, achter
2. Montageflens van zijplaat
12
Figuur 17
3. Agressiviteit van
maaistand
g006502