1
Voorzorgsmaatregelen
Bewaren en bewaren
1) Stel het systeem niet bloot aan overmatige hitte of kou.
De opslagtemperatuur van dit apparaat is -40°C ~ +85°C, en de
bedrijfstemperatuur is -30°C ~ +70°C.
2) Gebruik dit apparaat nooit in een omgeving met veel vocht, stof of rook.
3) Laat dit apparaat niet vallen en sla er niet tegenaan.
4) Vermijd het gebruik van dit apparaat in gesloten ruimtes, gebieden met
overmatige trillingen of onderhevig aan zware schokken.
5) Prik of kras nooit in dit apparaat en gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen.
6) Plaats de kabels niet op plaatsen waar ze bekneld kunnen raken of waar
op getrapt kan worden.
7) De ECU is niet ontworpen om waterdicht te zijn.
Voorzorgsmaatregelen voor de bediening
1) Het apparaat kan worden gevoed door een 12 of 24 Volt autoaccu of het
elektrische systeem van het voertuig.
2) Zorg ervoor dat alle kabels correct zijn aangesloten. Let op de polariteit.
Verkeerde kabelaansluitingen kunnen het systeem beschadigen. Verwijder
de voedingskabelaansluitingen als u het apparaat niet gaat gebruiken.
1. De zaak moet worden geopend door professionals.
2. Bekijk de video niet tijdens het rijden, tenzij u het camerabeeldscherm in de
! Waarschuwing!
gaten houdt.
3