6
Bedieningsinstructies van het hoofdmenu
Vervolg
6.3.2 Weergave: Instelling weergavemodus
Functiebeschrijving:
SD-schermaanpassing: Aanpassing van de schermparameters van de CVBS-uitvoer.
l
Opmerking: opnieuw aanpassen is vereist na het schakelen tussen NTSC en PAL.
Logo instellen: Vervanging van het opstartlogo.
l
Opmerking: momenteel wordt het importeren van een 24-bits diepe logoafbeelding in
1920x1080 BMP-indeling ondersteund.
Overvloeiend gebied: Als AAN staat, toont het overvloeigebied de overlap van het beeld,
l
als UIT staat, toont het overvloeigebied geen overlap.
Knipweergave: Standaard AAN. Als deze optie is ingesteld op ON (AAN), wordt de
l
gezichtshoek van de individuele camera iets bijgesneden, zodat het camerabeeld het scherm
meer vult. Als OFF is ingesteld, wordt de beeldhoek niet bijgesneden, waardoor meer van
de zwarte rand wordt weergegeven.
Weergavemodus: Schakelen tussen 2D- en 3D-weergavemodi (standaard is 2D). Als 2D is
l
ingesteld, is het schermweergave-effect 2D-surroundweergave + enkele weergave; als 3D
is ingesteld, is het schermweergave-effect 2D-surroundweergave + 3D-ringweergave.
Weergave richting: Schakelen tussen horizontale en verticale schermen, de
l
standaardinstelling is Horizontaal. Als dit is ingesteld op Horizontaal, wordt het scherm
weergegeven in een horizontaal schermeffect; als dit is ingesteld op Verticaal, wordt het
scherm weergegeven in een verticaal schermeffect.
Beeldverhouding: De instelling van surroundweergave en enkele weergave/3D-
l
beeldverhouding, de standaardinstelling is 1:2. Bij een instelling van 1:2 beslaat de
surroundweergave 1/3 van het volledige scherm en de enkele weergave/3D 2/3 van het
volledige scherm; bij een instelling van 2:3 beslaat de surroundweergave 2/5 van het
volledige scherm en de enkele weergave/3D 3/5 van het volledige scherm; bij een instelling
van 1:1 beslaat de surroundweergave 1/2 van het volledige scherm en de enkele
weergave/3D 1/2 van het volledige scherm.
Compatibiliteitsmodus: De standaardinstelling is AAN. Als deze optie is ingesteld op ON
l
(AAN), werkt het systeem met een grotere verscheidenheid aan monitoren. Als deze optie
is ingesteld op OFF (UIT), is het schermweergave-effect beter, maar werkt het systeem met
minder monitoren.
16