Stalling
1. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van
de gehele machine, met name van de rollen en de
motor. Verwijder vuil en kaf van de buitenkant van de
koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing
van de motor.
Belangrijk: U kunt de machine met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik
niet te veel water, zeker niet in de buurt van de
motor.
2. Als u de machine lange tijd wilt stallen (meer dan 90
dagen), moet u een stabilizer/conditioner toevoegen
aan de brandstof in de tank.
A. Laat de motor vijf minuten lopen om de brandstof
met de toegevoegde stabilizer/conditioner door
het brandstofsysteem te verspreiden.
B. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de
brandstoftank leeglopen, of laat de motor lopen
totdat deze afslaat.
C. Start de motor en laat hem lopen totdat hij afslaat.
Herhaal de procedure met de choke aan totdat de
motor niet opnieuw start.
D. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Verwerk deze overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften.
3. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai
deze vast. Versleten of beschadigde delen repareren of
vervangen.
4. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service
Dealer.
5. Stal de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte. Dek de machine af om deze te
beschermen en schoon te houden.
37