Motorbediening
AAN-/UIT-schakelaar
Met de AAN-/UIT-schakelaar
van de machine de motor starten en stoppen. De schakelaar
bevindt zich aan de voorkant van de motor. Draai de
AAN-/UIT-schakelaar naar AAN om de motor te starten en
te laten lopen. Draai de AAN-/UIT-schakelaar naar UIT om
de motor te stoppen.
OFF
1
Figuur 14
1. UIT
Chokehendel
Gebruik de chokehendel
(Figuur
starten. Voordat u aan de handgreep van het startkoord trekt,
beweegt u de chokehendel naar de stand U
weer
zodra de motor draait. Gebruik de choke niet als
OPEN
de motor al warm staat of de luchttemperatuur hoog is.
(Figuur
14) kan de bediener
OFF
2
G021 103
2. AAN
15) om een koude motor te
. Zet de choke
IT
1
g021103
1. Chokehendel
2. Brandstofklep
Gashendel
De gashendel
(Figuur
hij regelt het toerental van de motor, wat betekent dat u met
deze hendel de snelheid van de machine kunt regelen. Stel de
hendel in op de
SNELSTE
Brandstofafsluitklep
De brandstofafsluitklep
chokehendel. U moet deze openen voordat u de motor
probeert te starten. Als u klaar bent met de machine en u
hebt de motor uitgeschakeld, moet u de brandstofafsluitklep
.
SLUITEN
Handgreep van startkoord
Om de motor te starten moet u snel aan de handgreep van
het startkoord trekken
van de motor die hierboven beschreven zijn moeten juist
ingesteld zijn om de motor te doen starten.
Oliepeilschakelaar
De oliepeilschakelaar bevindt zich in de motor; hij voorkomt
dat de motor gaat draaien als het oliepeil onder het aanbevolen
minimumpeil zakt.
17
2
3
Figuur 15
3. Gashendel
15) bevindt zich naast de chokeknop;
stand voor de beste rolprestaties.
(Figuur
15) bevindt zich onder de
(Figuur
11). De bedieningsorganen
G019815
g019815