IX. Verzorging en onderhoud
• Week de camera onmiddellijk na gebruik van de camera gedurende
ongeveer 10 minuten onder water in een tobbe met zoet water.
• Druk, terwijl u de camera onder water houdt, een paar keer op elke
knop om ingesloten zout water weg te spoelen.
• Droog de behuizing met een schone en zachte doek nadat de camera uit
de tobbe met zoet water is gehaald. Laat nooit water drogen op de lens
of het LCD-scherm, wat kan leiden tot vlekken van waterdruppels.
• Laat de camera niet gedurende langere tijd in direct zonlicht liggen.
Bewaar de camera in een gebied met schaduw of onder een droge
handdoek.
• Zorg ervoor dat de camera perfect droog is voorafgaand aan opslag.
Bewaar de camera in een schoon en droog gebied.
• Demonteer dit product niet; er zijn geen door de gebruiker te
onderhouden onderdelen en hierdoor komt de garantie te vervallen.
• Houd de camera weg van extreme temperaturen of langdurige
blootstelling aan direct zonlicht. Opslagtemperatuurbereik is -20°F tot
140°F (-29°C tot 60°C).
• Voor langdurige opslag moet u de batterij ongeveer 50% opladen. Het
opslaan van de camera met 0% lading kan de levensduur van de batterij
verkorten of de batterij permanent beschadigen.
• Door openen van en knoeien met de camera komt uw garantie te
vervallen.
• De batterij mag alleen worden vervangen door een geautoriseerd
SeaLife-servicecentrum. Risico op explosie als de batterij wordt
vervangen door een onjuist type. Verwijder gebruikte batterijen
overeenkomstig uw lokale wetten.
46