stoppen op een green omdat de wielen van
de machine dan sporen of afdrukken kunnen
achterlaten.
De buitenste rand maaien en het
werk voltooien
1.
Maak het werk af door de buitenste rand van de
green te maaien. Maai in een andere richting
dan de voorgaande keer.
Zie
Het Radius-Dependent-Speed (RDS)
systeem (bladz. 24)
verbeteren en 'triplex ring' tegen te gaan.
Opmerking:
Let altijd op het weer en de
gazonomstandigheden en zorg ervoor dat u in
een andere richting maait dan de voorgaande
keer.
2.
Als u klaar bent met het maaien van de
buitenste rand, moet u de joystick voor
omhoog-/omlaagbrengen naar achteren zetten
om de messenkooien te stoppen (als de functie
tap-offvertraging is ingeschakeld) en dan van
de green rijden. Wanneer alle maai-eenheden
van de green zijn, zet u de joystick voor
omhoog-/omlaagbrengen naar achteren om de
maai-eenheden omhoog te brengen.
Opmerking:
Zo worden graskluiten op de
green tot een minimum beperkt.
3.
Plaats de vlag terug.
4.
Verwijder al het maaisel uit de grasmanden
voordat u de machine naar een volgende green
rijdt.
Opmerking:
Zwaar, nat maaisel belast de
manden, ophangingen en actuatoren. Dit voegt
onnodig gewicht toe aan de machine, wat de
energie-efficiëntie vermindert.
Het laadniveau van het
accusysteem nakijken
Raadpleeg het hoofdscherm van het InfoCenter om
het laadniveau van het accusysteem na te kijken; zie
Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken (bladz.
De betekenis van de meldingen bij
lage accuspanning
•
Wanneer het niveau van de accu onder een
bepaald percentage zakt, toont het InfoCenter een
melding lage accuspanning. Bent u aan het werk
wanneer de accu dit percentage bereikt, werk de
huidige green dan verder af, breng de machine
om het maairesultaat te
16).
naar een daartoe voorzien oplaadpunt en laad
de accu's op; zie
(bladz.
37).
•
Als de accu leegraakt (d.w.z. onder de 10%)
tijdens het werken met de machine, toont het
InfoCenter een melding. Bent u aan het werk
wanneer de accu dit percentage bereikt, dan
kunt u de machine enkel nog aan lage snelheid
gebruiken; u kunt de maai-eenheden niet meer
inschakelen. Breng de machine naar een daartoe
voorzien oplaadpunt en laad de accu's op; zie
lithium-ion-accu's opladen (bladz.
De machine afzetten
1.
Rijd de machine naar een horizontaal oppervlak.
2.
Zet de functiebedieningsschakelaar naar de
N
EUTRAALSTAND
3.
Stel de parkeerrem in werking.
4.
Draai het sleuteltje op U
zetten.
5.
Verwijder het sleuteltje.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Schakel de parkeerrem in, schakel de machine
uit, verwijder het contactsleuteltje, en wacht totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de machine, in
het bijzonder van de maai-eenheden en de
aandrijvingen, om brand te voorkomen.
•
Koppel de hoofdstroomaansluitingen los wanneer
u de machine opslaat of transporteert.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine sleept of niet gebruikt.
•
Laat de machine afkoelen voordat u de machine
binnen stalt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Sla de machine niet op op plaatsen waar open
vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een
boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.
31
De lithium-ion-accu's opladen
37).
.
om de machine af te
IT
De