CHA-07/10
Maximaalthermostaat (MaxTh)
Temperatuurbewaker of maximumthermostaten bij oppervlakverwarmingssystemen (bijv. vloerverwar-
ming) voorzien om te hoge aanvoertemperaturen te voorkomen.
– Bij een direct verwarmingscircuit de potentiaalvrije contacten van de maximumthermostaat (als er
meerdere maximumthermostaten zijn, dan moeten die in serie worden geschakeld) aan de parame-
treerbare ingang E1/E3/E4 van de warmtepomp of IDU aansluiten.
– Bij een mengcircuit met mengklepmodule MM-2 of cascademodule KM-2 sluit u de maximaalthermo-
staat aan op de MaxTH-aansluiting van de MM-2/KM-2.
– Parametreer ingang E1/E3/E4 via de specialistische parameters van de warmtepomp (maximumther-
mostaat/MaxTh).
– Als een maximaalthermostaat wordt geactiveerd (contact geopend), worden de actieve warmteop-
wekkers en de CV-pomp of de bijbehorende mengkleppomp uitgeschakeld.
Buisafmetingen van IDU en ODU
De verbindingsleidingen tussen de buitenunit en de binnenunit moeten worden uitgevoerd als gladde buis
van koper, rvs, staal of kunststof of als ribbelbuis van rvs. De buizen kunnen een diameter van DN25,
DN32, DN40 of DN50 hebben en moeten een isolatie van minstens 19 mm dik dragen. Als de verbin-
dingsleidingen in openlucht worden gelegd, dan moet worden gezorgd voor voldoende bescherming te-
gen uv en tegen vogels.
De maximale lengte van de verbindingsleiding tussen IDU en ODU is 30 m.
De interface tussen de warmtepomp en het verwarmingssysteem bevindt zich aan toevoeraansluitingen
van de binnenunit of aan ingang van de retourleiding in het gebouw. Tussen de binnenunit en de buiten-
unit mogen geen bijkomende hydraulische componenten worden ingebouwd, met uitzondering van een
afsluitventiel met aflaatmogelijkheid in de toevoer en de retourleiding. De verbindingsleidingen moeten
correct worden uitgevoerd conform de geldende voorschriften.
De dimensionering van de leidingen kiezen naar gelang van het ontwerpdebiet.
De volgende diagrammen tonen de beschikbare opvoerhoogten voor het verwarmingssysteem na aftrek
van de drukverliezen van de ODU en de IDU in functie van de verbindingsleiding tussen de ODU en de
IDU.
450
400
350
300
250
200
2
150
100
50
0
5
[m]
Afb. 1: CHA-07 beschikbare opvoerhoogten
1 Enkelvoudige leidingslengte tussen de ODU
en de IDU [m]
3 Ribbelbuis DN 25 / gladde buis 25 x 2,3
5 Ribbelbuis DN 40 / gladde buis 40 x 3,7
3066532 | 202302
10
15
1
20
25
2 Beschikbare opvoerhoogte voor het verwar-
mingssysteem bij 27 l/min [mbar]
4 Ribbelbuis DN 32 / gladde buis 32 x 2,9
6 Ribbelbuis DN 50 / gladde buis 50 x 4,6
Ontwerp | 4
3
4
5
6
30
WOLF GmbH | 25