Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
LD-G-3 / LD-W-3

Werking

Optrek- en remsnelheid
Binnen het Motorola-II-format wordt door het inschakelen van de
functie F3 de optrek- en remsnelheid uitgeschakeld, resp. door het
uitschakelen van F3 weer ingeschakeld. De verandering van de
instelling werkt meteen. Wordt de optrek- en remsnelheid tijdens het
optrekken of afremmen uitgeschakeld, dan rijdt de loc direct verder met
de op de centrale ingestelde rijtrap.
Binnen het Motorola-I-format is de optrek- en remsnelheid altijd actief.
Een noodstop bij een actieve optrek- en remsnelheid is door het
omschakelen van de rijrichting vanuit de centrale mogelijk.
In- en uitschakelen van de rangeerstand
Door de speciale functie F4 wordt de rangeerstand in- en uitgeschakeld.
In de rangeerstand wordt de snelheid van alle rijtrappen met ca. 50 %
ten opzichte van de standaard snelheid gereduceerd. De verandering
van de instelling werkt meteen.
Binnen het Motorola-I-format kan de rangeerstand niet worden
gebruikt.
Verbetering van de rijeigenschappen
Bij locs met een bijzonder grote stroomopname of in blokken met
bijzonder slecht contact (b.v. sommige oude wissels) kunnen na het
inbouwen
van
de
locdecoder
de
rijeigenschappen
niet
naar
tevredenheid zijn. U kunt de rijeigenschappen van de loc verbeteren,
wanneer u een condensator van 100 µF / > 35 V op de punten X1 en
X7 soldeert (zie fig. 1 resp. fig. 2).
Analoog bedrijf
Bij analoog bedrijf kan de decoder als omschakelrelais gebruikt worden. Dat
wil zeggen, de decoder reageert zoals gebruikelijk op de omschakelpuls van
de rijregelaar met een richtingswisseling. Bij analoog bedrijf is de verlichting
altijd ingeschakeld en wordt deze rijrichtingafhankelijk geschakeld.
Pagina 72

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ld-g-322-01-052

Inhoudsopgave