06.9 Filter hydraulische installatie
Na de eerste 20 bedrijfsuren en doorgaans na elk onderhoud aan de hydraulische installatie
moet u de filterpatronen vervangen om de doeltreffendheid van het filtersysteem te waarborgen.
Wend u tot een erkende garage als u in de behuizing van het filter vaste resten aantreft.
• Controle staat
Vervang de filterpatroon als de verstoppingsindicator (A) rood
kleurt.
Vervang de filterpatronen in elk geval met de regelmaat die in het
geprogrammeerde onderhoudsplan is beschreven (zie "Periodieke
controles").
• Vervanging
Vervang aan de hand van de volgende procedure:
1) sluit het kraantje van de tank;
2) maak de uitwendige oppervlakken van het filter zorgvuldig
schoon;
3) draai de behuizing van het filter (B) los en laat de olie eruit
weglopen;
4) vervang de filterpatroon (C).
5) Demonteer de pakkingen (D) en (E) als deze beschadigd zijn en
vervang ze.
Hermonteer het filter door de beschreven handelingen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Draai de behuizing van het filter vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
Open het kraantje van de tank.
06.10 Filter olietank
Vervang de filterpatroon (kan niet worden gereinigd) met de
regelmaat van het geprogrammeerde onderhoudsplan (zie
"Periodieke controles").
Voer de beschreven procedure uit.
1) Maak de uitwendige oppervlakken van het filter zorgvuldig
schoon.
2) Draai de deksel(A) los.
3) Verwijder de veer(B) en de filterpatroon (C).
4) Demonteer de pakkingen (D), (E) en eventueel (F) als deze
beschadigd zijn en vervang ze.
5) Monteer de nieuwe filterpatroon en de veer (B).
6) Draai de deksel (A) vast.
Op de dop (G) van de tank is, indien voorzien,
een filterelement voor de ontluchting aangebracht.
Vervang dit filterelement met dezelfde regelmaat
als in het geprogrammeerde onderhoudsplan is
voorzien voor de oliefilters (zie "Periodieke controles").
ONDERHOUD
Deel
06
Blad
07
Revisie
01/2017
Datum rev.