Inhoudsopgave
Advertenties
05.4 Gebruik
Verzeker u ervan dat de noodstop drukknoppen (aan de grond en op het platform)
gedeblokkeerd (rechtsom gedraaid) zijn.
De hendels moeten gelijkmatig en voorzichtig worden bediend.
05.4.1 – Stabilisatie
Tijdens de stabilisatie moet de machinebediener de kenmerken van
de grond beoordelen en gevaren en gezondheidsrisico's
veroorzaakt door de stabilisatie van de machine op een
ongeschikte ondergrond vermijden.
Stabiliseer de machine niet op ongeschikte ondergronden
(bijvoorbeeld:
bevroren of met sneeuw bedekte bodem en ondergrond,
buitengewoon harde en gladde ondergrond, natte ondergrond, met
vet of modder bevuilde ondergrond, zachte ondergrond, sterk
hellende ondergrond, enz.) om het uitglijden van de uitrusting bij
wrijvingsverlies te vermijden.
De machinebediener moet de maximale belasting kennen die de
stempel op de grond verricht (zie "technische gegevens") en moet
zich ervan verzekeren dat de bodem de stabiliteit van de uitrusting
kan waarborgen.
Het is verplicht om, ongeacht de staat van de
bodem, altijd de lastverdeelplaten (A)
(meegeleverd) onder de stempels aan te
brengen.
Houd u altijd aan de maximum inclinatie van de uitrusting, zie
"Technische informatie" en de aanwijzingen van het hoofdstuk
"bodemgesteldheid".
Voer de beschreven procedure uit.
1) Trek de handrem aan, plaats de versnelling in de vrijstand en start de endothermische motor.
2) Trap het koppelingspedaal in, schakel de aftakas in, wacht tot de motor het toerental heeft
aangepast en laat het koppelingspedaal los. Het lampje (B) in de cabine moet gaan branden.
Verlaat de cabine.
3) Breng de verdeelplaten aan op de plek van elke stempel.
4) Open de beweegbare afscherming boven de bedieningen voor de stabilisatie.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Deel
05
Blad
11
Revisie
01/2017
Datum rev.
Advertenties
Inhoudsopgave
