• In de buurt van graafwerkzaamheden.
Machines mogen niet in de buurt van afgronden of andere uitgravingen worden geplaatst,
aangezien de ondergrond plotseling kan verschuiven. Mocht de machine in de buurt van een
afgrond of een uitgraving worden geplaatst, waarbij de stempels of de wielen zich in de
"gevaarlijke zone" bevinden, dient een bodemdeskundige een technische beoordeling te
verrichten, alvorens de het hefplatform op te stellen en te gebruiken.
De veiligheidsafstanden en hellingshoeken (zie hieronder) dienen te worden nageleefd.
A - Veiligheidsafstand
B - Diepte geul
C - Afstand tot rand
- Als de uitrusting een maximaal draagvermogen van 12 t heeft, dient de afstand
.....................................................................................................≥ 1,00 m te zijn
- Als de uitrusting een draagvermogen hoger dan 12 t heeft, dient de afstand
.....................................................................................................≥ 2,00 m te zijn
Y - Verplaatsingshoek last
- Als "Y" ≤ 30° op niet-stevige en niet-compacte bodem............................"A" ≈ 2 x "B"
- Als "Y" ≤ 45° op compacte bodem........................................................"A" ≈ 1 x "B"
X - Hellingshoek
Zonder rekenkundige aantoning van de stabiliteit mag men de volgende hellingshoeken niet
overschrijden:
a) op niet-compacte of zachte bodem...................................................."X" = 45°
b) op stevige, compacte of redelijk stevige bodem ................................."X" = 60°
c) op rotsbodem.............................................................................."X" = 80°
• Vloeren, kelders en souterrains
Een groot deel van de vloeren, kelders en souterrains kan het gewicht van een platform niet
dragen en kan daardoor plotseling verschuiven. De stevigheid van de vloer en de plaats van
kelders en souterrains dient van tevoren te worden beoordeeld.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Deel
03
Blad
09
Revisie
01/2017
Datum rev.