Nederlands
LD-G-14
Let op:
!
De ontstoringsonderdelen die aan de motor of in de toevoerleiding zijn
aangebracht,
mogen
niet
worden
verwijderd!
Motor
en
ontstoringsonderdelen vormen een eenheid. Wordt er een deel van
verwijderd, dan kan dit ernstige elektrische storingen veroorzaken.
Soldeer de van de sleper komende draad aan punt X1 en de van het
huis komende draad aan punt X2. Deze beide aansluitingen kunnen
worden verwisseld, zonder dat daardoor de werking wordt beïnvloed.
Verbind de van de motor komende draden met de punten X11 en X12.
Is de rijrichting van de loc niet gelijk aan de op de centrale ingestelde
rijrichting dan moeten de aansluitingen X11 en X12 worden verwisseld.
Aansluiten van de verlichting en andere verbruikers
Test voor het aansluiten van de verbruikers of de stroom onder de
maximaal toelaatbare waarde van 1.000 mA per aansluiting ligt.
Worden verbruikers met meer dan 1.000 mA op de decoder
aangesloten dan wordt de decoder bij het in gebruik nemen
beschadigd. Denk eraan dat de maximaal toelaatbare totale stroom
voor motor en verbruikers de 3.000 mA niet mag overschrijden.
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen. Sluit de lampen en de andere extra apparaten aan op de
gewenste functie-uitgangen (X4 tot X7) aan de voorzijde van de
decoder. De toewijzing van de functie-uitgangen aan de functietoetsen
kan door het instellen van de configuratievariabelen worden gewijzigd.
Wanneer de retourleiding van de aan te sluiten lampen of de aan te
sluiten extra apparaten al met de locmassa is verbonden, is het
aansluiten daarmee gereed. Zoniet, dan sluit u de retourleidingen van
de lampen en de extra apparaten aan op de retourleiding voor alle
functies van de decoder (X3).
Om de decoderinstellingen bij aflevering te gebruiken worden de
verlichting en de extra apparaten als volgt aangesloten:
Verlichting voor: X5
Verlichting achter: X4
Extra apparaat schakelbaar met F1: X7
Extra apparaat schakelbaar met F2: X6
Pagina 94