Scannen met de [Scan > PC]-toets
Plaats een document op het apparaat en druk op
Het type scan (kleur of zwart-wit), de doelmap voor de opslag van het document en andere instellingen
kunnen op een toets worden opgeslagen en documenten kunnen worden gescand met deze instellingen. In dit
gedeelte wordt beschreven hoe u instellingen kunt opslaan in een toets en hoe u met deze instellingen kunt
scannen.
Uw instellingen opslaan in de [Scan > PC]-toets
De [Scan > PC]-toets gebruiken
Uw instellingen opslaan in de [Scan > PC]-toets
Registreer de computer die als opslaglocatie dient en het type scan in
1
Druk op
.
2
Druk op
/
om <Scaninstellingen> te selecteren en druk vervolgens op
3
Selecteer <Sneltoetsinstellingen>
4
Selecteer <Scan -> PC1> of <Scan -> PC2> en druk op
Selecteer de toets waarin u instellingen wilt opslaan.
5
Selecteer het type verbinding dat wordt gebruikt tussen het apparaat en de computer, en druk op
<Uit>
Selecteer deze instelling om opgeslagen instellingen te wissen.
<USB-aansluiting>
Selecteer deze instelling als het apparaat en de computer via USB verbonden zijn.
<Netwerkaansluiting>
Selecteer deze instelling als het apparaat en de computer via een netwerk verbonden zijn.
6
Selecteer de doelcomputer en druk op
Dit scherm wordt niet weergegeven als u <USB-aansluiting> selecteert in stap 5.
<Registreren>.
.
.
of
. Het scannen wordt onmiddellijk gestart.
of
.
.
0CSC-060
.