8 Configuratie
#
Code
[5.8]
[6-0E]
Maximum
De maximumtemperatuur die gebruikers
kunnen selecteren voor het warm
tapwater. U kunt deze instelling
gebruiken om de temperatuur uit de
warmwaterkranen te beperken.
De maximumtemperatuur wordt NIET
toegepast tijdens de desinfectiefunctie.
Zie desinfectiefunctie.
Hysteresis
De volgende hysteresis AAN kunnen worden ingesteld.
Warmtepomp AAN hysteresis
Van toepassing als de bereiding van warm tapwater enkel
warmhouden
is.
Wanneer
warmhoudtemperatuur min de warmtepomp AAN hysteresis-
temperatuur
zakt,
wordt
warmhoudtemperatuur.
De minimale AAN-temperatuur is 20°C, zelfs als het instelpunt van
de hystere lager ligt dan 20°C.
#
Code
[5.9]
[6-00]
Warmtepomp AAN hysteresis
▪ 2°C~40°C
Warmhoudenhysteresis
Van toepassing als de bereiding van warm tapwater gepland is
+warmhouden.
Wanneer
de
warmhoudtemperatuur min de warmtehoudenhysteresis-temperatuur
zakt, wordt de tank opgewarmd tot de warmhoudtemperatuur.
#
Code
[5.A]
[6-08]
Warmhoudenhysteresis
▪ 2°C~20°C
Instelpunt modus
#
Code
[5.B]
Nvt
Instelpunt modus:
▪ Vast
▪ Weersafhankelijk
Stooklijn
Wanneer de weersafhankelijke werking actief is, wordt de gewenste
tanktemperatuur automatisch bepaald in functie van de gemiddelde
buitentemperatuur: lage buitentemperaturen zorgen voor hogere
gewenste
tanktemperaturen,
koudwaterkranen kouder is, en omgekeerd.
In het geval van Alleen geprogrammeerd of Geprogrammeerd +
warmhouden
bereiding
van
opslagcomforttemperatuur
weersafhankelijk
weersafhankelijke
curve),
warmhoudentemperaturen zijn NIET weersafhankelijk.
In het geval van een Enkel warmhouden-bereiding van warm
tapwater is de gewenste tanktemperatuur weersafhankelijk (volgens
de weersafhankelijke curve). Tijdens de weersafhankelijk werking
kan de eindgebruiker de gewenste tanktemperatuur niet op de
gebruikersinterface aanpassen. Zie ook
met weersafhankelijke curve" op
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
Beschrijving
de
tanktemperatuur
onder
de
tank
opgewarmd
tot
Beschrijving
tanktemperatuur
onder
Beschrijving
Beschrijving
omdat
dan
het
water
uit
warm
tapwater
is
(volgens
de
opslageconomisch-
"8.3.7 Gedetailleerd scherm
pagina 52.
#
Code
[5.C]
[0-0E]
[0-0D]
[0-0C]
[0-0B]
de
de
de
Marge
Tijdens het bereiden van warm tapwater kan de volgende
hysteresiswaarde worden ingesteld voor de werking van de
warmtepomp:
#
Code
[5.D]
[6-01]
Voorbeeld: instelpunt (T
[6‑01] (T
–[6‑01])
HP MAX
T
DHW
T
= T
60
U
BUH OFF
T
50
HP MAX
T
48
HP OFF
de
46
T
HP ON
40
30
de
de
20
en
HP
10
5
BUH
Back-upverwarming
HP
Warmtepomp. Als de verwarming met de warmtepomp te
lang duurt, kan de back-upverwarming extra bijverwarmen
T
UIT-temperatuur back-upverwarming (T
BUH OFF
T
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank
HP MAX
voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruik
T
UIT-temperatuur warmtepomp (T
HP OFF
T
AAN-temperatuur warmtepomp (T
HP ON
T
Warmtapwatertemperatuur
DHW
T
Temperatuur van gebruikersinstelpunt (ingesteld op de
U
gebruikersinterface)
t
Tijd
Beschrijving
Weersafhankelijke curve
T
DHW
[0-0C]
[0-0B]
T
a
[0-0E]
[0-0D]
▪ T
: : De gewenste tanktemperatuur.
DHW
▪ T
:
:
De
(gemiddelde)
a
buitenomgevingstemperatuur
▪ [0-0E]:
buitenomgevingstemperatuur:
-40°C‑5°C
▪ [0-0D]:
buitenomgevingstemperatuur:
10°C‑25°C
▪ [0-0C]:
gewenste
tanktemperatuur
wanneer de buitentemperatuur gelijk is
aan de lage omgevingstemperatuur of
eronder valt: 45°C~[6‑0E]°C
▪ [0-0B]:
gewenste
tanktemperatuur
wanneer de buitentemperatuur gelijk is
aan de hoge omgevingstemperatuur of
erover stijgt: 35°C~[6‑0E]°C
Beschrijving
Het temperatuurverschil dat de UIT-
temperatuur van de warmtepomp
bepaalt.
Bereik: 0°C~10°C
)>maximum warmtepomptemperatuur–
U
[6-01]
[6-00]
T
= 60°C
U
T
= 50°C
HP MAX
BUH
[6-01] =
2°C
[6-00] =
2°C
)
U
−[6-01])
HP MAX
−[6-00])
HP OFF
ERGA04~08DAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23DA
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495248-1 – 2017.12
lage
hoge
HP
t