Combinatie: Vloerverwarming +
Warmtepompconvectoren
▪ De ruimteverwarming wordt bezorgt door:
▪ De vloerverwarming
▪ De warmtepompconvectoren
▪ De ruimtekoeling wordt alleen door de warmtepompconvectoren
geleverd. De vloerverwarming wordt door de afsluiter afgesloten.
Opstelling
A
B
M1
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪ De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪ Een
afsluiter
(ter
plaatse
vloerverwarming geplaatst om condensatie op de vloer te
vermijden tijdens het koelen.
▪ De
gewenste
kamertemperatuur
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
▪ Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar
een digitale input op de binnenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪ De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren
gestuurd door een digitale output op de binnenunit (X2M/4 en
X2M/3).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [2.9]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [4.4]
▪ Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor
de primaire zone:
▪ #: [2.A]
▪ Code: [C-05]
Voordelen
▪ Koeling.
De warmtepompconvectoren
verwarmingscapaciteit ook een uitstekende koelcapaciteit.
▪ Efficiëntie. Vloerverwarming levert de beste prestaties met
Altherma LT.
▪ Comfort. De combinatie van twee types van warmteafgevers
zorgt voor:
▪ Het uitstekend verwarmingscomfort van de vloerverwarming
▪ Het uitstekend koelcomfort van de warmtepompconvectoren
ERGA04~08DAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23DA
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495248-1 – 2017.12
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
a
te
voorzien)
wordt
voor
de
wordt
ingesteld
via
de
Waarde
1 (Externe kamerthermostaat):
De unit werkt op basis van de
externe thermostaat.
0 (1 zone): Primair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan
sturen. Geen onderscheid tussen
een vraag naar verwarming of
een vraag naar koeling.
bieden
naast
een
5.2.2
Meerdere kamers – Eén AWT-zone
Als alleen 1 aanvoerwatertemperatuurzone nodig is, omdat de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
dezelfde is, hebt u GEEN mengklepstation nodig (economisch).
Voorbeeld: Als het warmtepompsysteem gebruikt wordt om 1 vloer
te verwarmen, waarbij alle kamers dezelfde warmteafgevers
hebben.
Vloerverwarming of radiatoren –
Thermostaatkranen
Als u de kamers met vloerverwarming of radiatoren verwarmt, wordt
de temperatuur van de primaire kamer meestal via een thermostaat
geregeld (dit kan de gebruikersinterface zijn of een externe
kamerthermostaat), terwijl de temperatuur in de andere kamers via
thermostaatkranen geregeld wordt: deze openen of sluiten zich in
functie van de kamertemperatuur.
Opstelling
A
B
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Kamer 1
C
Kamer 2
a
Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt
wordt
▪ De vloerverwarming van de primaire kamer is rechtstreeks op de
binnenunit aangesloten.
▪ De kamertemperatuur van de primaire kamer wordt geregeld door
de gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat
(optionele apparatuur EKRUDAS).
▪ Een thermostaatkraan is voor de vloerverwarming in elk van de
andere kamers geplaatst.
INFORMATIE
Pas op met situaties waar de primaire kamer door een
andere
verwarmingsbron
Voorbeeld: open haarden.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [2.9]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [4.4]
▪ Code: [7-02]
Voordelen
▪ Gemakkelijk. Zelfde installatie als voor 1 kamer, maar met
thermostaatkranen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
van
alle
warmteafgevers
C
T
a
verwarmd
kan
worden.
Waarde
2 (Kamerthermostaat): De unit
werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface.
0 (1 zone): Primair
13