11.3.2.6
Object voor nalooptijd gebruiken
Opties:
Nee:
■
–
Communicatieobject "Mx: Nalooptijd" is niet vrijgeschakeld.
De nalooptijd wordt met de parameter "Nalooptijd" vast ingesteld.
Ja:
■
–
Communicatieobject "Mx: Nalooptijd" is vrijgeschakeld.
Met de parameter kan het 2-byte-communicatieobject "Mx: Nalooptijd" vrijgeschakeld worden.
Via het object kan de nalooptijd van de melder worden gewijzigd. De tijd wordt in seconden
verzonden.
Opmerking
Er kunnen waarden van 10 tot 65535 seconden worden verzonden.
Verzonden waarden die buiten dit bereik liggen worden automatisch aangepast
aan de grenswaarden. D.w.z. dat waarden < 10 de waarde "10" krijgen.
Waarden > 65535 krijgen de waarde "65535".
Opmerking
De parameter kan alleen worden ingesteld als de parameter "Bedrijfsmodus" op
"Automatisch" of "Automatisch uitschakelen" is ingesteld.
Producthandboek 2CKA002273B9438
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Nee
Ja
Applicatie "Melder"
│41