11.3
Applicatie "Melder"
Opties:
Inactief:
■
–
Applicatie is niet actief.
Melder:
■
–
Applicatie is actief.
Met de applicatie worden de bewakingsfuncties, de helderheidsinstellingen en de gevoeligheid
van de bewegingsschakelaars vastgelegd. Als de applicatie geactiveerd is, wordt bij
bewegingsdetectie een telegram naar de KNX-bus verzonden.
Afhankelijk van het soort uitgangsobject en de bedrijfsmodus zijn de volgende
uitgangscommunicatieobjecten beschikbaar:
"Mx: beweging (master)"
■
"Mx: beweging (slave)"
■
"Mx: Bewaking"
■
Opmerking
De volgende parameters kunnen alleen worden ingesteld als de applicatie
geactiveerd is.
De parameters van de melders 1 tot 4 kunnen worden opgeroepen via:
■
■
■
■
■
■
Opmerking
De nummers (M1 ... Mx) van de communicatieobjecten zijn afhankelijk van de
geselecteerde melder.
Producthandboek 2CKA002273B9438
Inactief
Melder
Algemene parameters
Uitgebreide parameterinstellingen
Parameter helderheid
Parameter externe impulsdrukkers
Sensorselectie
Vrijgave
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie "Melder"
│31