Functies (
)
Beeld aanpassen
Ê Contrast
U kunt het contrast van de opname wijzigen.
1. Kies [Contrast] door op de knop
Omlaag/Omlaag te drukken.
2. Wijzig het contrast door op de knop
Links/Rechts te drukken.
3. Druk op de sluiterknop om een
opname te maken.
å
Wanneer de fotostijl Negatief is ingeschakeld, is contrast niet
beschikbaar.
Ê Scherpte
U kunt de scherpte van de foto die u wilt
maken aanpassen. U kunt het
scherpte-effect niet op het LCD-scherm
zien voordat u een foto maakt, omdat
deze functie uitsluitend wordt gebruikt
als de gemaakte opname in het
geheugen wordt opgeslagen.
1. Kies [Scherpte] door op de knop Omlaag/Omlaag te drukken.
2. Wijzig de scherpte door op de knop Links/Rechts te drukken.
3. Druk op de sluiterknop om een opname te maken.
046
Ê Kleurverzadiging
1. Kies [Kleurverz.] door op de knop
2. Wijzig de kleurverzadiging door op de
Contrast, scherpte en verzadiging instellen.
3. Druk op de sluiterknop om een
Beeld aanpassen
Contrast
Scherpte
Kleurverz.
Terug
Verpl.
Contrast, scherpte en verzadiging instellen.
Beeld aanpassen
Contrast
Scherpte
Kleurverz.
Terug
Verpl.
U kunt de kleurverzadiging van de opname wijzigen.
Omlaag/Omlaag te drukken.
knop Links/Rechts te drukken.
opname te maken.
å
Wanneer de fotostijlen Zacht of Helder zijn ingeschakeld, is
verzadiging niet beschikbaar.
Contrast, scherpte en verzadiging instellen.
Beeld aanpassen
Contrast
Scherpte
Kleurverz.
Terug
Verpl.