5. Pomp stevig aan de greep
greep
B
Dan de startergreep
De motor start.
6. Startergreep
zodat de starter niet beschadig wordt (niet laten terugklappen).
7. Als de motor warm loopt, de chokehendel langzaam naar
beneden op stand
8. Gashendel
C
Motor uitzetten :
1. Gashendel
2. Ontstekingsschakelaar
V In noodgeval motor uitzetten door de ontstekingsscha-
kelaar op „0" te draaien.
5. Onderhoud
V Voor het onderhoud de motor van de pomp uitzetten
en de bougiestekker losmaken.
Regelmatig onderhoud en instelling zijn belangrijk om de motor
Onderhoudsschema :
in optimale bedrijfstoestand te houden.
v Pomp en motor volgens onderhoudschema onderhouden.
Na elk
gebruik
X
Motorolie
– oliestand controleren
– olie vervangen
X
Luchtfilter
– controleren
– reinigen
Bougie reinigen / instellen
Verbrandingskamer, kleppen,
brandstoftank en -zeef reinigen
Klepspeling, brandstofslang,
turbine, huisdeksel en
terugstroomstop controleren
(eventueel vernieuwen)
1) In stoffige omgeving vaker in onderhoud nemen.
2) Deze werkzaamheden mogen alleen door de GARDENA-service
uitgevoerd worden.
40
B
vastpakken en aan de start-
C
trekken tot een lichte weerstand te voelen is.
C
krachtig doortrekken.
C
weer langzaam met de hand terugbrengen
(open) schuiven.
8
op gewenste doorpomphoeveelheid instellen.
8
helemaal naar beneden op stand
A
op „0" (uit) draaien.
Na de
Om de
Om de
1
e
maand
3 maanden
6 maanden
of 10 uur
of 25 uur
of 50 uur
X
X
X
1)
X
Oliestand controleren /
olie bijvullen :
D
schuiven.
Olie vervangen :
Elk jaar
of om de
100 uur
X
2)
Benzinestand controleren /
Benzine bijvullen :
F
X
2)
G
Er mag alleen olie met de aanduiding SE of SF gebruikt worden.
15 W-40
10 W-40
10 W-30
– 30 – 20 – 10
0
10
20
30
40 °C
E
– 20
0
20
40
60
80
100 °F
D
1. Oliepeilstok
uit het olievulpunt
en schoonmaken.
D
2. Oliepeilstok
in het olievulpunt
en er weer uittrekken.
3. Als er geen olie op de oliepeilstok
4. Olie volgens de gemiddelde omgevingstemperatuur uit de
tabel kiezen.
5. Olie tot aan de bovenkant van het olievulpunt
D
de oliepeilstok
weer in het olievulpunt
Tip : Om olie snel en geheel af te tappen moet dit bij nog warme
motor gebeuren. De olietank bevat 0,1 l.
D
1. Oliepeilstok
uit het olievulpunt
2. Pomp in de richting van het olievulpunt
in een geschikte bak aftappen.
3. Nieuwe olie tot aan de bovenkant van het olievulpunt doen
D
en de oliepeilstok
weer in het olievulpunt
4. Afgewerkte olie volgens de milieuwetbepalingen weggooien.
E
De motor is een verbrandingsmotor die op normale benzine
loopt (octaangehalte 86 of hoger). De benzinetank bevat 0,65 l.
1. Benzinestand in de doorzichtige benzinetank controleren.
2. Als er geen of te weinig benzine in de tank zit, benzine bij-
vullen.
3. Pomp voorzichtig opzij kiepen zodat de benzinedeksel
naar boven wijst.
F
4. Benzinedeksel
er afschroeven en benzine tot een de
onderkant van het benzinevulpunt
F
5. Benzinedeksel
met de hand weer vast dichtschroeven
en de pomp weer in verticale stand terugkiepen.
E
schroeven, er uittrekken
E
voeren, niet vastschroeven
D
zit, olie bijvullen.
E
bijvullen en
E
schroeven.
E
schroeven.
E
kippen en de olie
E
schroeven.
F
G
bijvullen.
41