HULPMIDDELEN VOOR ENERGIEBESPARING
BRIGHTNESS (Helderheid)
Hiermee past u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm aan.
Als ECO MODE (Energiebesparingsmodus) is ingesteld op 1 of 2, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT
(Koolstofvoetafdruk) weergegeven.
CONTRAST
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in voor het niveau van het
ingangssignaal.
OPMERKING: CONTRAST en DV MODE (DV-modus) kunnen worden aangepast voor alle COLOR CONTROLS
(Kleurbesturingen) behalve L/B.
ECO MODE (Energiebesparingsmodus)
Hiermee vermindert u het energieverbruik door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): Werkt niet.
1: Hiermee kunt u het helderheidsbereik instellen van 0% tot 70%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot 10% van de
maximale helderheidsinstelling.
2: Hiermee stelt u het helderheidsbereik in tussen 0% en 30%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot 30% van de
maximale helderheidsinstelling.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT (Koolstofvoetafdruk) weergegeven
naast de balk voor de helderheidsinstelling.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer PRESET (Voorinstelling) in Picture Mode (Beeldmodus) is
ingesteld op DICOM SIM.
Deze functie werkt alleen als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit staat.
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid)
OFF (Uit): Werkt niet.
ON (Aan): Hiermee wordt de helderheid automatisch aangepast naar de optimale instelling door het helderheidsniveau
van de omgeving te registreren*
*1: Raadpleeg
pagina 33
voor volledige informatie over "Automatische helderheid".
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer PRESET (Voorinstelling) in Picture Mode (Beeldmodus) is
ingesteld op DICOM SIM.
Deze functie werkt alleen als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit staat.
BLACK LEVEL (Zwartniveau)
Past het helderheidsniveau van zwart aan wanneer het op het scherm wordt weergegeven.
OFF MODE SETTING (Instelling modus uit)
Met Intelligent Power Manager (Intelligent stroombeheer) wordt de monitor op de energiebesparingsmodus ingesteld
als er een tijd geen activiteit heeft plaatsgevonden.
De OFF MODE (Modus uit) heeft twee instellingen:
OFF (Uit): De monitor wordt automatisch op de energiebesparingsmodus ingesteld wanneer het ingangssignaal
wegvalt.
ON (Aan): De monitor schakelt automatisch over naar de energiespaarstand wanneer het omgevingslicht onder het
niveau komt dat door u is ingesteld. Het niveau kan worden gewijzigd in de sensorinstelling OFF MODE (Modus uit).
In de energiespaarstand brandt het lampje aan de voorkant van de monitor donkerblauw. Wanneer de monitor in de
energiebesparingsmodus staat, kunt u terugkeren naar de normale stand door een van de toetsen aan de voorzijde
aan te raken, uitgezonderd POWER (Aan/uit) en INPUT/SELECT (Invoer/Selecteren).
Wanneer het licht in de omgeving naar een normaal niveau terugkeert, schakelt de monitor weer over naar de normale
modus.
SENSOR SETTING (OFF MODE SETTING) (Sensorinstelling (Instelling modus uit))
De gevoeligheid instellen van de omgevingslichtsensor voor het detecteren van omstandigheden met weinig licht.
Daarnaast wordt de huidige sensormeting weergegeven.
START TIME (OFF MODE SETTING) (Starttijd (Instelling modus uit))
De wachttijd voor het overschakelen naar een lager energieverbruik instellen wanneer de omgevingssensor
omstandigheden met weinig licht detecteert.
.
1
Nederlands-15