ID's voor hot-swap vasteschijfstations
Op sommige modellen bestuurt de achterplaat voor hot-swap stations de ID's van
de interne hot-swap stationsvakken. In de onderstaande tabel worden de ID's ver-
meld van de vasteschijfstations en achterplaat die zijn aangesloten op één kanaal
in hot-swap modellen. In een normale configuratie worden de standaard vasteschijf-
stations en achterplaat aangesloten op kanaal A. Deze tabel is alleen van toepas-
sing voor servermodellen met ondersteuning voor vier vasteschijfstations.
Tabel 13. ID's van de hot-swap stations (modellen met vier stationsvakken)
Stationsvak
4
5
6
7
Een hot-swap vasteschijfstation installeren
Deze procedure is alleen van toepassing voor servermodellen met hot-swap vaste-
schijfstations. Neem kennis van het volgende voordat u een hot-swap vasteschijf-
station installeert:
v De hot-swap stations moeten ofwel alleen SAS-vasteschijfstations of alleen
v Controleer de stationslade op tekenen van schade.
v Voor een goede systeemkoeling laat u de server niet langer dan 10 minuten aan-
v Het is niet nodig de server uit te zetten voor het installeren van hot-swap stations
v Zie "Interne stations verwijderen en installeren" op pagina 45 voor meer informa-
Voer de volgende stappen uit om een hot-swap vasteschijfstation te installeren.
All manuals and user guides at all-guides.com
SATA-vasteschijfstations zijn; een combinatie van deze twee typen is niet moge-
lijk.
staan, zonder dat in elk stationsvak een station of een opvulpaneel aanwezig is.
in stationsvakken.
tie.
ID
0
1
2
3
Hoofdstuk 5. Optionele apparaten installeren en vervangen
53