Inhoudsopgave
Advertenties
Hetzelfde geldt voor uw oplader, de laadkabel en de uitgangskabel. Als
er externe schade op uw oplader zichtbaar is, gebruikt u deze niet. Als
de laadkabel of uitgangskabel gerafeld is of beschadigde isolatie heeft,
gebruikt u deze niet.
16. Stel geen batterijsystemen bloot aan een sterke mechanische impact.
Een harde impact kan de batterij beschadigen, dat al dan niet aan de
buitenkant zichtbaar is, en leidt tot een onveilige werking van de batterij.
17. Houd de batterij en het batterijsysteem altijd droog en schoon.
18. Berg de batterij op in een droge ruimte, uit de buurt van open vlammen
en voeding.
19. Water binnenin een batterij of oplader kan kortsluiting of brand tot
gevolg hebben. Maak uw batterij of oplader niet schoon met een
hogedrukreiniger. Dompel ze niet in water onder en laat ze niet buiten in
de regen of sneeuw achter.
20. Stel geen batterijsystemen bloot aan oplosmiddelen (bijv. verdunners,
alcohol, olie, anticorrosieve middelen) of chemicaliën die de buitenkant
van de batterij kunnen aantasten (bijv. detergenten).
21. De opladers zijn alleen ontworpen voor een gebruik binnenshuis.
Wanneer u de oplader op de batterij aansluit, zorgt u dat de
aansluitingen droog en schoon zijn.
22. Houd altijd toezicht wanneer uw batterij wordt opgeladen en ontkoppel
de oplader van de batterij wanneer deze volledig is opgeladen. Laat
uw batterij niet op de voeding aangesloten of laad uw batterij niet 's
nachts op. Ontkoppel de batterij onmiddellijk van de oplader wanneer u
tijdens het opladen een probleem ervaart, bijv. wanneer de oplader of de
batterij abnormaal heet wordt (bijv. te heet om aan te raken) of wanneer
de led-lichten of het display/de displays een probleem signaleren.
23. Laad of berg uw elektrische fiets of batterijen niet op in de buurt van
een uitgang, uw vluchtroute kan worden belemmerd in geval van een
brand of ander noodgeval.
24. De oplader kan tijdens het opladen warm worden. Plaats deze op
een vlakke, stabiele en warmtebestendige ondergrond en zorg voor
voldoende ventilatie. Leg de oplader niet op een mat of tapijt en dek
deze tijdens het opladen niet af om brandgevaar te vermijden. Als de
oplader na het opladen gedurende een lange tijd warm blijft, kan de
oplader beschadigd zijn en moet deze worden vervangen. Hetzelfde
geldt voor de batterij.
25. Zorg dat de batterij of de oplader nooit wordt geopend, uit elkaar wordt
gehaald of wordt aangepast. Raak de componenten onder stroom niet
aan. Schakel de batterij altijd uit voordat u werkzaamheden op uw fiets
uitvoert, voordat de batterij wordt opgeladen en wanneer de fiets niet
wordt gebruikt.
26. Gebruik geen producten met een gebroken afdichting, deze moeten
onmiddellijk op een gepaste wijze worden gerecycled.
27. Laat geen metalen voorwerpen, zoals sleutels, muntstukken of
schroeven, in contact komen met de batterij, de laadaansluiting of
de laadconnector van de oplader. De magnetische laadconnector
kan kleine metalen objecten aantrekken die kortsluiting kunnen
veroorzaken. Doorboor de batterij niet met een scherp voorwerp zoals
een schroevendraaier of spijker.
28. Stel de batterij niet bloot aan een open vuur of extreme hitte, bijv. in een
hete auto of in fel zonlicht. Raadpleeg de sectie Technische gegevens
batterij die de toelaatbare temperatuurbereiken vermelden waarin
de batterij opgeladen, gebruikt of opgeborgen kan worden. Plaats de
batterij nooit in een magnetronoven of droogtrommel.
29. Als u symptomen ervaart die duidelijk het gevolg zijn van het inademen
of inslikken van verbrandingsgassen of er is direct contact met uw huid
of ogen, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
30. Na inademing: verlaat het gebied onmiddellijk voor frisse lucht. Roep
medische hulp in.
31. In geval van contact met de huid: verwijder onmiddellijk de vaste
deeltjes. Het is essentieel om kleding dat met de verontreiniging in
contact is gekomen onmiddellijk af te doen.
32. In geval van brand, verzoeken we u om de volgende belangrijke stappen
te volgen:
56
Advertenties
Inhoudsopgave
