Het moederbord terugplaatsen
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in
"Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van
de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven
in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer"
op pagina 12. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen procedures op
het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving
op dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord. U moet
het serviceplaatje invoeren in de systeeminstellingen als u het moederbord hebt
teruggeplaatst.
Procedure
1
Lijn de schroefgaten in het moederbord uit met de schroefgaten in de
computerbehuizing.
2
Bevestig het moederbord in de computer met de vijf schroeven.
3
Sluit de kabel van de USB-kaart aan op het moederbord.
4
Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord.
Nazorgmaatregelen
1
Plaats de processor terug. "De processor terugplaatsen" op pagina 41.
2
Plaats de warmteafleider terug. Zie "De warmteafleider terugplaatsen" op pagina 36.
3
Plaats de knoopcelbatterij terug. Zie "De knoopbatterij terugplaatsen" op pagina 23.
4
Plaats de draadloze minikaart terug. Zie "De draadloze minikaart terugplaatsen"
op pagina 39.
5
Volg stap 5 tot en met stap 8 in "De harde schijf terugplaatsen" op pagina 26.
6
Plaats de geheugenmodules terug. Zie "De geheugenmodule(s) terugplaatsen"
op pagina 15.
7
Plaats de computerbehuizing terug. Zie "De computerbehuizing terugplaatsen"
op pagina 21.
8
Plaats de onderplaat terug. Zie "De onderplaat terugplaatsen" op pagina 18.
Het moederbord terugplaatsen
45
|