4 Monteren
Omgevingscondities
Procescondities
Montagebeugel
12
4
Monteren
4.1
Algemene instructies
Het instrument is voor normale en uitgebreide omgevingsomstandig-
heden conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1 geschikt. Het
kan zowel binnen als buiten worden gebruikt.
Opmerking:
Het instrument mag uit veiligheidsoverwegingen alleen binnen de
toegestane procesomstandigheden worden gebruikt. De specificaties
daarvan vindt u in hoofdstuk " Technische gegevens" van de handlei-
ding resp. op de typeplaat.
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument
die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre-
dende procesomstandigheden.
Daarbij behoren in het bijzonder:
•
Meetactieve deel
•
Procesaansluiting
•
Procesafdichting
Procesomstandigheden zijn in het bijzonder:
•
Procesdruk
•
Procestemperatuur
•
Chemische eigenschappen van het medium
•
Abrasie en mechanische inwerkingen
4.2
Montagevarianten
Voor de wandmontage verdient gebruik van een montagehoekstuk
met opening voor schroefdraad G1 aanbeveling. Het instrument wordt
in het hoekstuk bevestigd via de meegeleverde G1-tegenmoer van
kunststof. Zie voor de aanbevolen afstand tot de wand het hoofdstuk "
Montagevoorschriften".
Fig. 5: Montage via een montagehoekstuk
> 200 mm
(7.87")
VEGAPULS C 23 • Modbus- en Levelmaster-protocol