De UPS-kast is vrijstaand en behoeft in principe niet met bouten in de vloer te worden vastgezet.
Indien lokale voorschriften dit wel voorschrijven, is de onderzijde van de kast hiervoor echter geschikt.
Bij een parallelsysteem: plaats de
UPS-modules indien mogelijk in de
juiste volgorde (het nummer staat op
de verpakking).
De
units
hebben
verschillende instellingen, afhankelijk
van
hun
plaats
parallelsysteem.
Indien de units "zij aan zij" staan
opgesteld, moeten de zijpanelen op
alle units zijn geplaatst.
Verwijder de luchtinlaatroosters aan
de zijkant van de tussenunits ten
behoeve van de kabelverbindingen
van de besturingsbus.
5.4.2 Plaats van de batterij
Voor een betrouwbare werking van de batterij is een goed geventileerde omgeving met een
gecontroleerde temperatuur vereist.
De optimale omgevingstemperatuur voor de batterij is 20°C (68°F) tot 25°C (77°F).
Iedere extra 10°C (21°F) boven een omgevingstemperatuur van 25°C (77°F) zal de levensduur van
batterijen met klepregeling met de helft doen afnemen.
Batterijen van grotere UPS-systemen wordt gewoonlijk in een rek gemonteerd of in een aparte
batterijkast geplaatst.
Bij de installatie en montage dienen plaatselijk geldende voorschriften en de instructies van de
leverancier in acht te worden genomen.
De stroomonderbreker c.q. zekeringsdoos van de batterij moet zo dicht mogelijk bij de batterij worden
geplaatst.
WAARSCHUWING !
Het installeren en aansluiten van een batterij dient te worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
Lees de veiligheidsinstructies nauwkeurig alvorens over te gaan tot de installatie.
Modifications reserved
OPM_SPE_XXX_60K_60K_8NL_V020.doc
namelijk
in
het
Fig. 5.4.1-2 Opstelling van het RPA-systeem
UPS
3-4-5-6-7-8
Pagina 24/99
Handleiding SitePro 60 kVA / S8