Hoofdstuk 5
Bediening
5.10.
Vullen van de tank
5.10.1. Vullen van de tank via de zijafsluiter
1. Sluit de zuigslang aan de op de zij afsluiter
2. Zet de pomp op vacuüm
3. Zet de aftakas aan en verhoog het toerental naar 1000 tpm
4. Als de tank vol is (vacuüm loopt op) schakel dan de vacuümpomp uit (aftakas uitzetten)
5. Zet de afsluiter dicht;
Let op:
5.10.2. Vullen van de tank met behulp van de microturbo
Vullen:
1. Zet de tractor op de handrem;
2. Sluit de zuigslang aan de op de zijafsluiter;
3. Zet de pomp op vacuüm (drukknop aan tank of op bedieningskast);
4. Zet de aftakas aan en verhoog het toerental naar 1000 rpm;
5. Afsluiter openen (handbediende afsluiter);
6. Turbo aanzetten (drukknoppen aan tank);
Tijdens het vullen moet u er voor zorgen dat het vacuüm niet te hoog wordt (maximaal -0,5
bar) anders wordt bij dikke mest de tank niet goed gevuld. Het aftapkraantje van de
vochtvanger moet u dan iets open zetten om vacuüm te verminderen.
Tank vol:
7. Als de tank vol is (vacuüm loopt op) schakel dan de vacuümpomp uit (aftakas uitzetten);
8. Laat de turbo zolang doorlopen totdat de oliedruk gaat dalen;
9. microturbo uitschakelen met drukknoppen aan tank
10. Eventueel aftapkraan van de vacuümpomp weer sluiten.
11. Afsluiter sluiten;
Let op:
5.10.3.
Vullen via vularm
Vullen:
12. Zet de tractor op de handrem;
13. Manoeuvreer de vularm in de put (hier onder staat uitgelegd hoe de vularm bedient moet
worden).
14. Schakel de aftakas in en verhoog het aftakastoerental naar maximaal 1000 rpm;
15. Bedien afsluiter open, hiermee (worden tevens de vul turbo ingeschakeld);
Tijdens het vullen moet u er voor zorgen dat het vacuüm niet te hoog wordt (maximaal -0,5
bar) anders wordt bij dikke mest de maximale capaciteit niet bereikt en wordt de tank niet goed
gevuld.
G_tnk_N_402466.doc
Goed gemixte mest voorkomt verstoppingen.
Goed gemixte mest voorkomt verstoppingen.
- 47 -
rev. 00