Hoofdstuk 5
Bediening
5.6.7.
Service 1
Indien de tank een bepaalde functie niet uitvoert is dit aan de hand van bovenstaande lijst te
controleren.
Zodra een bepaalde functie actief is, moet er achter desbetreffende functie een -1- verschijnen.
Testen van de uitgangen.
Testmethode 1: (bijv. bemester inklappen
Druk op de
druk vervolgens op de
Achter de volgende uitgangen moet nu een -1- verschijnen:
010 :
Inklappen
014:
Voorschakel ventiel 2/2 ventiel (nr-1) verdeelpot
0103: Voorschakel ventiel 2/2 ventiel (nr-3) NG-6 ventielenblok
Indien er achter boven genoemde uitgangen een -1- zichtbaar wordt, wordt de functie correct
uitgevoerd door de Job-controller. Indien er achter een bepaalde uitgang geen -1- verschijnt,
dan wordt het probleem veroorzaakt door de Job-controller.
Als achter alle betreffende uitgangen een -1- zichtbaar is en de betreffende functie functioneert
nog steeds niet, dan zal het probleem vermoedelijk veroorzaakt worden door een defect
hydrauliekventiel of een slechte ventielkabel. Ieder ventielstekker is voorzien van een LED
controlelampje waarmee gecontroleerd kan worden of het desbetreffende ventiel wel of niet
stroom krijgt.
G_tnk_N_402466.doc
storing zoeken
Uitgang
Uitgang
1 -24
101-124
1 0 0
2 0 0
3 0 0
4 0 0
5 0 0
6 0 0
7 0 0
8 0 0
9 0 0
10 0 0
0
11 0 0
0
12 0 0
0
13 0 0
0
14 0 0
4
15 0 0
3
16 0 0
3
17 0 0
1
18 0 0
19 0 0
20 0 0
21 0 0
22 0 0
23 0 0
24 0 0
-toets en houd deze ingedrukt totdat men op de
-toets
(Uitgangen Job-controller)
0
0
0
-
-
-
Sensor signalen
-
-
)
- 45 -
-toets gedrukt heeft, en
rev. 00