Pennr.
Signaal
21 t/m 24
N/C
25
INIT
Richting
IN
13
25
– 55 –
2) ESC/POS-modus
A) DTR/DSR-communicatiemodus
Geeft aan of de ontvangst van gegevens van de host
in- of uitgeschakeld is.
Space: ontvangst ingeschakeld
Mark: ontvangst uitgeschakeld
De bezettoestand (BUSY) kan als volgt worden ge-
wijzigd met een geheugenschakelaar:
Printerstatus
1. I n de periode na het inschakelen
van de printer (ook bij een reset
via de interface) totdat de prin-
ter gereed is voor de ontvangst
van gegevens.
2. Tijdens het afdrukken van de
printergegevens.
3. Wanneer de kap open is.
4. Tijdens het invoeren van papier
met de knop FEED.
5. Wanneer de printer stopt met
afdrukken doordat het papier op is.
6. Tijdens het uitvoeren van een
macro voor de stand-bystatus.
7. Wanneer er een fout is opgetre-
den.
8. Wanneer de ontvangstbuffer vol
wordt.
B) X-On/X-Off-communicatiemodus
Altijd space, tenzij in deze omstandigheden:
• Periode tussen reset en communicatie ingescha-
keld
• Tijdens het afdrukken van de printergegevens
Niet gebruikt.
DIP-schakelaar 3-�� = UIT
3-�� = UIT
-�� = UIT;
Status van dit signaal niet gecontroleerd.
DIP-schakelaar 3-�� = AAN;
Dit is een extern resetsignaal.
"
"
Een
space
met een pulsbreedte van meer dan 1 ms
activeert de reset.
14
Functie
Geheugenschakelaar
4-4
1
BUSY
BUSY
—
—
—
—
—
BUSY
1
D-sub met 25 pennen
0
BUSY
BUSY
BUSY
BUSY
BUSY
BUSY
BUSY
BUSY