Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor TSP700II Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

THERMISCHE PRINTER
TSP700II SERIES
Hardwarehandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Star TSP700II Series

  • Pagina 1 THERMISCHE PRINTER TSP700II SERIES Hardwarehandleiding...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE 1. Uitpakken en installeren ..........................1 1-1. Uitpakken .............................1 1-2. Een geschikte plaats kiezen voor de printer .................2 2. Onderdelen en benamingen ........................3 3. Installeren ..............................4 3-1. Kabel verbinden met de pc ......................4 3-2. Kabel verbinden met de printer ....................5 3-3. Printersoftware installeren ......................8 3-4. Voor het aansluiten van de apart verkrijgbare netadapter ............9 3-5. Inschakelen..........................10 3-6. Verbinden met een randapparaat ....................11 3-7. Papierrol plaatsen ........................12 Waarschuwingsteken ...........................15 4.
  • Pagina 3 13. Seriële RS-232C-interface ........................53 13-1. Interfacespecificaties ........................53 13-2. RS-232C-connector ........................54 13-3. Kabelverbindingen ........................56 13-4. Elektrische kenmerken .......................56 14. Interfaces: USB, Ethernet en draadloos netwerk ................57 14-1. Specificaties USB-interface .......................57 14-2. Specificaties Ethernet-interface ....................57 14-3. Specificaties interface voor draadloos netwerk ................57 15. Randapparatuur aansluiten ........................58 16. Instellingen geheugenschakelaar ......................60 17. Revisies ..............................61 Kijk ook op http://www.star-m.jp/eng/dl/dl02.htm voor de nieuwste versie van de handleiding.
  • Pagina 4: Uitpakken En Installeren

    1. Uitpakken en installeren 1-1. Uitpakken Controleer na het uitpakken van de unit of alle benodigde accessoires zijn meegeleverd. Afdekstuk voor kabels Houder Schroeven Printer Rolstop Papierrol Afdekplaatje Installatieblad CD-ROM schakelaar Opmerking Opmerking: Welke ferrietkern en bevestigingsstrip met uw printer worden meegeleverd, hangt af van uw printerconfiguratie. Afb. 1-1 Uitpakken Neem contact op met de leverancier van de printer als er iets ontbreekt. Vraag de leverancier het ontbrekende onderdeel te leveren. Het is verstandig om het oorspronkelijke verpakkings- materiaal te bewaren voor het geval dat u de printer moet verzenden. – 1 –...
  • Pagina 5: Een Geschikte Plaats Kiezen Voor De Printer

    1-2. Een geschikte plaats kiezen voor de printer Denk voordat u met uitpakken begint even rustig na over de plaats waar de printer ge- bruikt zal worden. Houd daarbij rekening met de volgende punten. P Kies een stevig en effen oppervlak waar de printer niet blootstaat aan trillingen. P Het stopcontact dat u wilt gebruiken moet zich dicht bij de printer bevinden en gemak- kelijk bereikbaar zijn. P Zorg er met het oog op de aansluiting voor dat de printer niet te ver uit de buurt van de hostcomputer staat. P Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht. P Zorg voor voldoende afstand tussen de printer en verwarmingstoestellen of andere warmtebronnen. P Houd de omgeving van de printer schoon, droog en stofvrij. P Sluit de printer aan op een betrouwbaar stopcontact. Kies geen groep waarop ook kopieermachines, koelkasten of andere apparaten zijn aangesloten die stroompieken kunnen veroorzaken.
  • Pagina 6: Onderdelen En Benamingen

    2. Onderdelen en benamingen Printerkap Open deze kap om papier te plaatsen of te Voedingsschakelaar vervangen. Voor het in- en uit- schakelen van de printer. Bedieningspaneel Hendel voor openen printerkap Met lampjes die de printersta- Druk deze hendel in de richting van de tus aangeven en schakelaars pijl om de printerkap te openen.
  • Pagina 7: Installeren

    3. Installeren 3-1. Kabel verbinden met de pc 3-1-1. Parallelle kabel Sluit de parallelle kabel aan op een parallelle poort van de pc. 3-1-2. Seriële kabel (RS-232C) Sluit de seriële kabel (RS-232C) aan op een seriële poort (RS-232C) van de pc. 3-1-3. USB-kabel Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van de pc. 3-1-4. Ethernet-kabel Sluit de Ethernet-kabel aan op een Ethernet-poort van de pc. – 4 –...
  • Pagina 8: Kabel Verbinden Met De Printer

    3-2. Kabel verbinden met de printer De interfacekabel is niet meegeleverd. Gebruik een kabel die aan de specificaties voldoet. LET OP Voordat u de interfacekabel aansluit of losmaakt, zet u de printer en alle apparatuur die op de printer is aangesloten, uit. Maak ook de voedingskabel los. 3-2-1. Parallelle kabel (1) Schakel de printer uit. (2) Bevestig de ferrietkern aan de kabel zoals afge- beeld.
  • Pagina 9 3-2-2. Seriële kabel (RS-232C) (1) Schakel de printer uit. LET OP Voordat u de interfacekabel aansluit of losmaakt, zet u de printer en alle apparatuur die op de printer is aangesloten, uit. Maak ook de voedingskabel los. (2) Sluit de interfacekabel vervolgens aan op de connector in het achterpaneel van de printer. (3) Draai de schroefjes van de connector vast. Seriële kabel (RS-232C) 3-2-3.
  • Pagina 10 3-2-4. Ethernet-kabel aansluiten Bij gebruik van een Ethernet-kabel van 10 m of min- der wordt een afgeschermde kabel aanbevolen. (1) Schakel de printer uit. (2) Bevestig de ferrietkern aan de Ethernet-kabel zoals afgebeeld. (3) Steek de bevestigingsstrip door de ferrietkern. (4) Trek de strip rond de kabel en zet de strip vast. Knip het overschot af. 10 cm (max.) Ethernet-kabel Ferrietkern Bevestigingsstrip (5) Sluit de interfacekabel vervolgens aan op de connector in het achterpaneel van de printer. – 7 –...
  • Pagina 11: Printersoftware Installeren

    3-3. Printersoftware installeren Hieronder vindt u de procedure voor het installeren van het stuurprogramma en de hulppro- gramma’s van de printer. U vindt deze programma’s op de meegeleverde CD-ROM. De procedure geldt voor de Windows-besturingssystemen die hieronder staan aangegeven. • Windows 2000 • Windows XP • Windows Vista (1) Schakel uw pc in om Windows te starten. (2) Plaats de meegeleverde CD-ROM met stuurpro- gramma’s en hulpprogramma’s in het CD-ROM- station. (3) Volg de instructies op het scherm. (4) Het dialoogvenster in de afbeelding geeft aan dat de procedure is voltooid. Klik op OK. Het dialoogvenster kan per systeem verschillen. Het installeren van de printersoftware is hiermee voltooid. Er verschijnt een bericht dat u het systeem opnieuw moet starten. Start Windows opnieuw. Voor instructies voor Linux en Macintosh OS X raadpleegt u de softwarehandleiding in de mappen “Linux” en “Mac” op de CD-ROM. – 8 –...
  • Pagina 12: Voor Het Aansluiten Van De Apart Verkrijgbare Netadapter

    3-4. Voor het aansluiten van de apart verkrijgbare netadapter Opmerking: Als u de netadapter gaat aansluiten of verwijderen, moet u eerst de voeding van de printer en alle daarop aangesloten apparaten uitschakelen. Haal ook de voedingskabel uit het stopcontact. (1) Sluit de voedingskabel op de netadapter aan. Opmerking: Gebruik alleen de standaardnetadapter en -voedingskabel. (2) Sluit de netadapter aan op de printerconnector. (3) Steek de stekker van de voedingskabel in een stopcontact. LET OP Trek aan de kabelconnector als u de kabel wilt los- maken. Door de vergrendeling vrij te maken kunt u de connector gemakkelijk loskoppelen.
  • Pagina 13: Inschakelen

    3-5. Inschakelen Zorg ervoor dat de voedingskabel is aangesloten zoals beschreven in 3-4. Druk op de voedingsschakelaar op de voorzijde van de printer. Het voedingslampje op het bedieningspaneel gaat branden. Voedingsschakelaar LET OP Het verdient aanbeveling de stekker uit het stopcontact te trekken als u de printer langere tijd niet gaat gebruiken. Zorg er daarom voor dat er zich een goed bereikbaar stopcontact in de buurt van de printer bevindt.
  • Pagina 14: Verbinden Met Een Randapparaat

    3-6. Verbinden met een randapparaat U kunt met behulp van een modulaire plug een randapparaat aansluiten. Zie “Modulaire plug (Page 58)” voor meer informatie over het type modulaire plug dat moet worden gebruikt. Modulaire pluggen en kabels worden niet meegeleverd met de printer. Het is daarom aan u om een geschikte plug en/of kabel aan te schaffen. LET OP Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld, dat de voedingskabel is losgemaakt en dat de computer is uitgeschakeld als u de apparatuur gaat aansluiten. (1) Sluit de kabel van het randapparaat aan op de connector in het achterpaneel van de printer.
  • Pagina 15: Papierrol Plaatsen

    3-7. Papierrol plaatsen Gebruik alleen papierrollen die voldoen aan de printerspecificatie. 1 Druk op de hendel van de printerkap en open de printerkap. 2 Plaats de papierrol in de getoonde richting in de printer en trek de rand van het papier naar u toe. Hendel voor openen printerkap Papierrol Aandrukstrip Opmerking: Het papier mag niet onder de aandrukstrip doorlopen. In de volgende omstandigheden moet u de aandrukstrip verwijderen en de hendels verzetten zoals beschre- ven in 3-7-1 en 3-7-2: • Papierdikte tussen 100 μm en 150 μm of papierbreedte van 57,5 mm bij verticale plaatsing of wandmontage.
  • Pagina 16: Aandrukstrip Verwijderen

    3-7-1. Aandrukstrip verwijderen Bij gebruik van een rol thermisch papier is de aandrukstrip niet altijd nodig. Dit hangt af van de dikte en breedte van het papier en van de manier van installeren. Als de aandrukstrip niet nodig is, verwijdert u deze aan de hand van de onderstaande procedure. De aandrukstrip is niet nodig wanneer u een rol volledig bedekt (doorlopend) thermisch labelpapier gebruikt of een rol thermisch papier met afzonderlijke labels. Plaatsing Horizontaal Verticaal/aan wand Papierbreedte (mm) 82,5 79,5 57,5 82,5 79,5 57,5 Papierdikte Wel Wel Wel Wel Wel Niet tussen 100 μm en 150 μm nodig nodig nodig nodig nodig nodig Papierdikte Niet Niet Niet Niet Niet Niet tussen 65 μm en 100 μm nodig nodig nodig...
  • Pagina 17: Instelhendel Verzetten

    3-7-2. Instelhendel verzetten De stand van de instelhendel moet worden aangepast aan de papierdikte. De hendel is in de fabriek op stand 1 gezet. Bij gebruik van papier van 100 tot 150 μm dik volgt u de onder- staande procedure om de hendel te verzetten. Beweeg de hendel naar binnen met een platte schroe- vendraaier zoals afgebeeld. Breng de hendel vervolgens omlaag. Het uitsteeksel op de hendel moet in de daar- voor bestemde opening in het frame vallen. Opmerking: Gebruik niet stand 2 . Stand 1 Stand 3 Papierdikte Papierdikte tussen 65 μm en 105 μm tussen 105 μm en 150 μm 3-7-3.
  • Pagina 18: Waarschuwingsteken

    Waarschuwingsteken Dit teken bevindt zich in de buurt van de thermische kop om aan te geven dat dit onderdeel erg warm kan zijn. Raak de thermische kop niet aan net na het afdrukken. Laat de thermische kop eerst enkele minuten afkoelen. Dit teken bevindt zich in de buurt van de thermische kop om aan te geven dat dit onderdeel erg kwetsbaar is. Neem voorzorgsmaatregelen voor apparatuur die ge- voelig is voor statische elektriciteit. WAARSCHUWING 1) Raak het snijvlak niet aan. • Er bevindt zich een snijblad in de sleuf voor papieruitvoer. Steek uw hand nooit in de sleuf voor papieruitvoer, ook niet op het moment dat de printer niet aan het afdrukken is. •...
  • Pagina 19: Opmerkingen Over Het Gebruik Van Het Automatische Afsnijmechanisme

    Opmerkingen over het gebruik van het automatische afsnijmechanisme 1) Als u wilt afdrukken na het afsnijden, moet u 1 mm (regel van 8 punten) papier of meer doorvoeren. 2) Als het snijmechanisme na een fout niet in de uitgangspositie staat, moet u eerst de oor- zaak van de fout oplossen.
  • Pagina 20: Accessoires Aanbrengen

    4. Accessoires aanbrengen Het is niet verplicht om de volgende accessoires aan te brengen. Doe dit alleen als ze nodig zijn. • Houder • Afdekstuk voor kabels • Afdekplaatje van schakelaar 4-1. Houder aanbrengen (1) Plaats de as in de printer. Linker- en rechteruiteinde van de as indrukken. (2) Maak het deel waar de rubberen steunen moeten komen schoon en breng de rolstoppen aan. De montagepositie hangt af van de papierbreedte. 82,5 of 79,5 mm breed 57,5 mm breed (3) Gebruik een normale schroevendraaier om de klemmen aan beide uiteinden van de aandruk- strip te verwijderen. Verwijder vervolgens de hele aandrukstrip. – 17 –...
  • Pagina 21 (4) Plaats de houder in de printer. Zet de houder vast met de twee meegeleverde schroeven. (5) Schuif de printer over de schroeven in de wand en schuif het apparaat vervolgens iets naar bene- den. LET OP De printer inclusief een rol papier met de grootste diameter is circa 2,4 kg zwaar. De schroeven in de muur moeten bestand zijn te- gen een schuif- en treksterkte van minimaal 12 kgf (118 N).
  • Pagina 22: Afdekstuk Over De Kabels Bevestigen

    4-2. Afdekstuk over de kabels bevestigen Plaats het afdekstuk zoals in onderstaande afbeelding over de kabels. 4-3. Afdekplaatje over de schakelaar bevestigen Het is niet noodzakelijk het afdekplaatje te bevestigen. Breng het plaatje alleen aan als dit nodig is. Door het afdekplaatje aan te brengen voorkomt u dat: • de printer per ongeluk wordt in- of uitgeschakeld • onbevoegden de printer kunnen in- of uitschakelen Plaats het afdekplaatje zoals in onderstaande afbeelding. De voedingsschakelaar kan worden ingeschakeld ( I ) en uitgeschakeld (O) door een smal voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) door de gaatjes in het afdekplaatje te steken. – 19 –...
  • Pagina 23: Verbruiksartikelen En Netadapter

    5. Verbruiksartikelen en netadapter Wanneer uw verbruiksartikelen op zijn, gebruikt u de artikelen uit de onderstaande tabel. Opmerking: Raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het aanbevolen papier. http://www.star-m.jp/eng/dl/dl02.htm Gebruik altijd de netadapter uit de tabel. Gebruik van andere verbruiksartikelen of een andere netadapter dan die uit de tabel kan scha- de aan de printer, brand of elektrische schokken veroorzaken. 5-1. Thermisch papier op rol (1) Specificaties voor de papierrol B reedte: 79,5 ± 0,5 mm of 82,5 ± 0,5 mm of 57,5 ± 0,5 mm B uitendiameter: ø100 mm of minder B reedte opneemrol: 80 mm of 83 mm of 58 +0,5 +0,5 +0,5 D ikte: 65 t/m 150 μm B uiten-/binnendiameter kern Papierdikte Kern buiten Kern binnen 65 t/m 75 μm ø18 ± 1 mm...
  • Pagina 24: Opmerking

    Fabrikant Productnaam Kwaliteitskenmerken/toepas- Papierdikte sing (μm) Mitsubishi HiTec Paper F5041 normaal papier Flensburg GmbH Oji Paper Co., Ltd. PD150R normaal papier PD160R papier voor hoge afdrukstabili- 65/75 teit PD750R 2-kleurenpapier, rood en zwart PD700R 2-kleurenpapier, blauw en zwart Nippon Paper Industries TF50KS-E2C normaal papier Kanzaki Speciality Papers P320RB 2-kleurenpapier, rood en zwart Inc. (KSP) P320BB 2-kleurenpapier: blauw en zwart Ricoh 130LHB papier voor hoge afdrukstabili- teit, kaart Opmerking: 1) Afhankelijk van de papiersoort en de dikte ervan kan het nodig zijn dat u de instel- lingen aanpast die bepalen hoe donker de afdruk wordt. U wijzigt deze instellingen met de opdracht <ESC><RS> ‘d’ n. Zie de aparte programmeerhandleiding voor meer informatie.
  • Pagina 25: Volledig Bedekte Rol Met Thermisch Labelpapier

    5-2. Volledig bedekte rol met thermisch labelpapier (1) Specificaties labelpapier Breedte rugpapier: 79,5 ± 0,5 mm of 82,5 ± 0,5 mm Buitendiameter rol: ø100 mm of minder Breedte opneemrol: mm of 83 +0,5 +0,5 Dikte: Max. 150 μm Buiten-/binnendiameter kern: binnendiameter kern ø25,4 ± 1 mm/buitendiameter kern ø32 ± 1 mm Bedrukt oppervlak: Buitenrand rol Behandeling einde papierrol: Gebruik geen lijm om de papierrol op de kern vast te zetten. Vouw het einde van het papier niet om. (2) Aanbevolen labelpapier Kwaliteits- Dikte (μm) Product- kenmerken/ Fabrikant Lijmtype Basis- Totale...
  • Pagina 26: Thermisch Labelpapier Op Rol (Afzonderlijke Labels)

    (3) Effectieve afdrukbreedte Aantal kolommen (12 × Papierbreedte Marge rechts / links (mm) Effectieve afdrukbreedte 24 lettertype) (mm) (mm) 79,5 ± 0,5 82,5 ± 0,5 Links -2 tot 1, rechts 1,5 tot Effectieve afdrukbreedte Marge links Marge rechts Papierbreedte 5-3. Thermisch labelpapier op rol (afzonderlijke labels) (1) Specificaties labelpapier Breedte rugpapier: 79,5 ± 0,5 mm of 82,5 ± 0,5 mm Buitendiameter rol: ø100 mm of minder Breedte opneemrol: mm of 83 +0,5 +0,5 Dikte: Max. 150 μm Buiten-/binnendiameter kern: binnendiameter kern ø25,4 ± 1 mm/buitendiameter kern ø32 ± 1 mm Bedrukt oppervlak:...
  • Pagina 27 (2) Aanbevolen labelpapier Kwaliteits- Dikte (μm) Product- kenmerken/ Fabrikant Lijmtype Basis- Totale naam toepassing materiaal dikte Lintec LD2114 Voor distributie Hoge of informatiecon- kleefkracht trole Lintec LD5530 Voor metingen Hoge kleefkracht Ricoh 130LHB Voor distributie – – Hoge of informatiecon- kleefkracht trole Opmerking: 1) Afhankelijk van de papiersoort en de dikte ervan kan het nodig zijn dat u de instel- lingen aanpast die bepalen hoe donker de afdruk wordt. U wijzigt deze instellingen met de opdracht <ESC><RS> ‘d’ n. Zie de aparte programmeerhandleiding voor meer informatie.
  • Pagina 28 • Gedetailleerde schema’s (aanbevolen specificaties) voor papier met aparte labels Label ø32 ± 1 ø25,4 ± 1 Papierkoker +0,5 -1,0 (opgerold) B a s i s m a t e r i a a l 30 – 295 Rugpapier (label) (Labellengte) Afdrukrichting Zwart teken (achterzijde diagram) 35 – 300 5 ±...
  • Pagina 29 70 (effectieve afdrukbreedte: 46 tekens met lettertype A) Dotnummers 39 – 598 3 (linkermarge) 3 (rechtermarge) Effectief afdrukbereik 1,75 ± 0,5 76 ± 0,5 (labelbreedte) (1,75) 79,5 ± 0,5 (breedte rugpapier) Rugpapier van 79,5 mm 73 (effectieve afdrukbreedte: 48 tekens met lettertype A) Dotnummers 39 –...
  • Pagina 30: Netadapter (Optie)

    • Relatie tussen snijpositie, afdrukregel en tekensensor Snijpositie Afdrukregel Tekensensor 5-4. Netadapter (optie) Gebruik van een andere dan de gespecificeerde netadapter kan schade aan de printer, brand of elektrische schokken veroorzaken. Modelnaam: PS60A-24A In: 100 tot 240 V Wisselspanning, 50/60 Hz Uit: Gelijkspanning 24 ± 5%, 2,0 A (5,0 A belasting 10 sec. max.) – 27 –...
  • Pagina 31: Bedieningspaneel En Overige Functies

    6. Bedieningspaneel en overige functies 6-1. Bedieningspaneel 1 Voedingslampje (groene LED) Wanneer de printer online is, is het voedingslampje aan en het sto- ringslampje uit. 2 Storingslampje (rode/oranje LED) Geeft fouten aan in combinatie met het voedingslampje. 3 Doorvoerknop Druk op deze knop om papier door te 2 Storingslampje (rode/oranje LED) voeren.
  • Pagina 32 2) Onherstelbare fouten Foutbeschrijving Voedingslampje Storingslampje Voorwaarden voor herstel Fout bij benaderen flash- Oranje lampje Deze fout kan niet worden geheugen knippert met een hersteld. interval van 0,5 seconde Fout EEPROM Rode lampje Deze fout kan niet worden knippert met hersteld. een interval van 0,75 seconde Fout SRAM Oranje lampje Deze fout kan niet worden knippert met hersteld. een interval van 1 seconde Fout thermistor printkop Rode lampje Deze fout kan niet worden knippert met een hersteld. interval van 1,5 seconde Fout voeding Oranje lampje Deze fout kan niet worden knippert met hersteld. een interval van 2 seconden Opmerking:...
  • Pagina 33: Het Afdrukken Van De Printergegevens

    6-3. Het afdrukken van de printergegevens 6-3-1. Proefafdruk maken Plaats de rol met thermisch papier in de printer. Schakel de printer in terwijl u de doorvoerknop ingedrukt houdt. Er wordt nu een proefafdruk gemaakt op basis van het versienummer, de instellingen van de DIP-schakelaars en geheu- genschakelaars enzovoort. 6-3-2. Hexadecimale dump Plaats de rol met thermisch papier in de printer. Open de printerkap, schakel de printer in en houd de doorvoerknop ingedrukt. Wanneer u de kap sluit, wordt “*** HEX DUMP PRINTING ***” afgedrukt en wordt de modus voor de hexadecimale dump geactiveerd.
  • Pagina 34: De Papiersensor Afstellen

    7. De papiersensor afstellen Ga als volgt te werk om de papiersensor af te stellen op het formaat van de papierrol die u ge- bruikt. Voor verticaal gebruik of gebruik aan de wand moet u de afstelling op niveau 3 laten staan zonder de positie te wijzigen. 1 Open de printerkap. 2 Bepaal de diameter van de gebruikte papierrol en zoek de bijpassende instelling in de onderstaande tabel. 3 Steek de punt van een balpen of soortgelijk voorwerp in de opening van de afstelling. Nu kunt u de afstelling indrukken en verschuiven naar de gewenste stand.
  • Pagina 35 De juiste afstelling hangt af van het papier dat u gebruikt. Papierdikte (μm) Bij gebruik van een papierrol met een kern met een binnendiameter (A) van ø12 en een buitendiameter (B) van ø18 Gedetecteerde diameter (C) Resterende papierlengte (mm (ongeveer)) (m (ongeveer)) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 ø23 ø27 ø31 Papierdikte (μm) Bij gebruik van een papierrol met een kern met een binnendiameter (A) van ø25,4 en een buitendiameter (B) van ø32 Gedetecteerde diameter (C) Resterende papierlengte (mm (ongeveer)) (m (ongeveer)) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 ø36 ø40 ø44 10,4 Opmerking: 1) De printer is van fabriekswege ingesteld op niveau 1 voor horizontale plaatsing en niveau 3 voor verti- cale plaatsing of wandmontage. 2) Met de bedieningsschakelaar of geheugenschake- laar A kan worden gekozen voor horizontaal of ver- ticaal (wandmontage). Raadpleeg de aparte hand- leiding met specificaties voor het instellen van de...
  • Pagina 36: Papierstoringen Voorkomen En Oplossen

    8. Papierstoringen voorkomen en oplossen 8-1. Papierstoringen voorkomen Raak het papier niet aan terwijl het wordt uitgeworpen en voordat het wordt gesneden. Als u aan het papier trekt of ertegen duwt terwijl het wordt uitgeworpen, kan dit een papier- storing, een snijfout of een fout in de regelinvoer veroorzaken. 8-2. Papierstoring verhelpen Papierstoringen kunt u als volgt verhelpen: (1) Schakel de printer uit met de voedingsschakelaar. (2) Druk de hendel naar u toe en open de printerkap. (3) Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking 1: Om te voorkomen dat onderdelen zoals de thermische kop of de rubberen rol worden beschadigd of vervormen, mag u niet te hard aan het papier trekken wanneer de printerkap dicht is. Opmerking 2: Als labelpapier vastloopt, kan er lijm van de etiketten aan de printeron- derdelen blijven zitten. Als dit gebeurt, moet u de lijm goed verwijderen. (4) Leg het papier mooi recht en doe de printerkap voorzichtig dicht. Opmerking 1: Zorg ervoor dat de papierrol recht zit. Als het papier scheef zit bij het sluiten van de printerkap, kan een papierstoring optreden.
  • Pagina 37: Regelmatig Reinigen

    9. Regelmatig reinigen Door papierstof en vuil kan de afdruk minder duidelijk worden. U kunt dit voorkomen door het papierstof regelmatig uit de papierhouder en het transportgedeelte en van de thermische kop te verwijderen. Het wordt aangeraden deze reiniging eenmaal per zes maanden of na elke miljoen regels uit te voeren. Als labelpapier wordt gebruikt in de printer, moet u het apparaat eenmaal per maand of na circa 200.000 regels schoonmaken. 9-1. Thermische kop reinigen Als er zwart stof op het oppervlak van de thermische kop is opgehoopt, kunt u dit verwijde- ren met een wattenstaafje (of zachte doek) met alcohol (ethanol, methanol of isopropylalco- hol). Als labelpapier wordt gebruikt in de printer, verwijder dan alle lijm die in het apparaat is achtergebleven. Opmerking 1: De thermische kop is vrij kwetsbaar. Reinig deze daarom met een zachte doek zonder krassen te maken. Opmerking 2: Reinig de thermische kop niet meteen na het afdrukken. Dan is de ther- mische kop nog warm. Opmerking 3: Let erop dat u de thermische kop niet beschadigt door statische elektrici- teit die tijdens het reinigen kan ontstaan.
  • Pagina 38: Specificaties

    10. Specificaties 10-1. Algemene specificaties (1) Afdrukmethode Thermische regelprinter (2) Afdruksnelheid Max. 2.000 dots/sec. (250 mm/sec.) (3) Dichtheid 203 dpi: 8 dots/mm (0,125 mm/dot) (4) Afdrukbreedte Max. 80 mm (5) Aantal kolommen 53 (12 × 24 dots) (6) Papierrol Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over de aanbevolen papierrollen. Papierbreedte: 79,5 ± 0,5 of 82,5 ± 0,5 of 57,5 ± 0,5 mm Roldiameter: ø100 mm of minder (7) Afmetingen 147 (B) × 213 (D) × 148 (H) mm (8) Gewicht Ongeveer 1,75 kg (9) Geluidsniveau ca. 55 dB 213 mm – 35 –...
  • Pagina 39: Specificaties Afsnijmechanisme

    10-2. Specificaties afsnijmechanisme (1) Snijfrequentie Max. 20 keer snijden per minuut (2) Papierdikte 0,065 t/m 0,15 mm 10-3. Interface RS-232C serieel/parallel bidirectioneel (IEEE1284)/USB/Ethernet/Wireless LAN 10-4. Elektrische kenmerken (1) Ingangsspanning 24 V gelijkstroom ± 10% (2) Stroomverbruik (24 V gelijkstroom bij kamertemperatuur) Stand-by: Ongeveer 0,15 A Afdrukken ASCII: Ongeveer 1,8 A gemiddeld (Ca. 17,5% dekking) 100% belast: Ongeveer 11,9 A piek (Effen afdrukken): Ongeveer 5,0 A gemiddeld (Continu effen afdrukken mag niet langer dan 10 seconden.) (3) Voedingsconnector Pennr. Functie Voeding (24 V) Signal GND N.C. Mantel Frame-aarde <Gezien vanaf connector> Opmerking: •...
  • Pagina 40: Omgeving

    10-5. Omgeving (1) Gebruik Temperatuur 5°C tot 45°C Luchtvochtigheid 10% tot 90% RH (geen condens) (%RH) 34°C90% RH 40°C65% RH 45°C50% RH Gebruiksomgeving Temperatuur (°C) Temperatuur en luchtvochtigheid gebruik (2) Transport/opslag (papier uitgezonderd) Temperatuur -20°C tot 60°C Luchtvochtigheid 10% tot 90% RH (geen condens) – 37 –...
  • Pagina 41: Betrouwbaarheid

    10-6. Betrouwbaarheid (1) MCBF: 60 miljoen regels • Aanbevolen thermisch papier (60 μm tot 75 μm) • Gemiddelde dekking: 12,5% • Afdrukdichtheid: standaardinstelling Opmerking: De Mean Cycles Before Failure (MCBF) met thermisch papier met de aan- bevolen dikte tussen 75 μm en 150 μm bedraagt 25 miljoen regels. (2) Levensduur afsnijmechanisme (levensduur) Papierbreedte 82,5 mm, 79,5 mm *inclusief rugpapier • Papierdikte tussen 65 μm en 100 μm: 2 miljoen keer gedeeltelijk afsnijden, 1,6 miljoen keer volledig afsnijden • Papierdikte tussen 100 μm en 150 μm: 600.000 keer afsnijden, zowel gedeeltelijk als volledig Papierbreedte 57,5 mm • Papierdikte tussen 65 μm en 85 μm: 600.000 keer gedeeltelijk afsnijden, 500.000 keer volledig afsnijden Papierbreedte 82,5 mm, 79,5 mm volledig bedekt thermisch labelpapier • Papierdikte tussen 100 μm en 150 μm: 300.000 keer afsnijden, zowel gedeeltelijk als volledig Opmerkingen: 1) Bij gebruik van volledig bedekt thermisch labelpapier moet u regelmatig de lijmres-...
  • Pagina 42: Specificaties Voor Zwarte Tekens

    10-7. Specificaties voor zwarte tekens Achterzijde van Afstand A = 30 tot 300 mm papier 5 ± 1 mm 15 mm of meer -0.8 2,5 mm Afdrukrichting Afdrukgebied Bovenmarge 14 mm of meer Ondermarge (3 mm + afstand A × Snijpositie De achterzijde van het 3%) of meer...
  • Pagina 43: Stand Van De Dip-Schakelaars

    11. Stand van de DIP-schakelaars Onder op de printer bevinden zich twee DIP-schakelaars waarmee diverse instellingen kun- nen worden vastgelegd. Dit wordt aangegeven in de volgende tabel. Schakel de printer uit voordat u de instellingen wijzigt. Verzet de DIP-schakelaars met een voorwerp met een smal- le punt, zoals een pen of kleine platte schroevendraaier. De nieuwe instellingen zijn pas van kracht wanneer de printer weer is ingeschakeld. U wijzigt de stand van de DIP-schakelaars als volgt. 1. Schakel de printer uit. 2. Verwijder de schroef van het afdekplaatje van de DIP-schakelaars. Verwijder vervolgens het afdekplaatje zoals afgebeeld. 3. Verzet de DIP-schakelaars met een voorwerp met een smalle punt, zoals een pen of kleine platte schroevendraaier. 4. Breng het afdekplaatje weer over de DIP-schakelaars aan en zet het vast met het schroefje. De nieuwe instellingen zijn pas van kracht wanneer de printer weer is ingeschakeld. – 40 –...
  • Pagina 44: Model Met Parallelle Interface

    11-1. Model met parallelle interface AAN UIT No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 No. 1 2 3 4 DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 1 Van fabriekswege staan de DIP-schakelaars allemaal aan. De precieze functie van schakelaar 1-2 t/m 1-10 hangt af van de opdrachtemulatie die met schakelaar 1-1 is ingesteld. (1) Star-modus Voorwaarden handshaking Offline of ont- Ontvangstbuffer (voorwaarden voor BUSY) vangstbuffer vol (2) ESC/POS-modus – 41 –...
  • Pagina 45 DIP-schakelaar 2 Schakelaar Functie Altijd AAN Moet zijn ingeschakeld Van fabriekswege staan de DIP-schakelaars allemaal aan. – 42 –...
  • Pagina 46: Model Met Rs-232C-Interface

    No. 1 2 3 4 5 6 7 8 No. 1 2 3 4 9 10 DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 1 Schakelaar 1-1 Opdrachtemulatie Star-modus ESC/POS-modus Van fabriekswege staan de DIP-schakelaars allemaal aan. De precieze functie van schakelaar 1-2 t/m 1-10 hangt af van de opdrachtemulatie die met schakelaar 1-1 is ingesteld. (1) Star-modus Schakelaar Functie Opdrachtemulatie Altijd AAN Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Sensoraanpassing Ongeldig Geldig Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Voorwaarden handshaking Offline of ont-...
  • Pagina 47 DIP-schakelaar 2 Schakelaar Functie Altijd AAN Moet zijn ingeschakeld Van fabriekswege staan de DIP-schakelaars allemaal aan. – 44 –...
  • Pagina 48 U wijzigt de stand van DIP-schakelaar 3 als volgt. 1. Schakel de printer en alle erop aangesloten apparatuur uit. 2. Verwijder de twee schroeven. 3. Verwijder de printplaat met de seriële interface. 4. Wijzig de stand van de DIP-schakelaars. 5. Plaats de printplaat met de seriële interface weer terug. Zet de printplaat vast met de schroefjes. 6. Schakel de printer en alle erop aangesloten apparatuur weer in. No. 1 2 3 4 5 6 7 8 DIP-schakelaar 3 DIP-schakelaar 3 Van fabriekswege staan de DIP-schakelaars allemaal op aan, behalve schakelaar 7 en 8. DIP-schakelaar 3 Schakelaar Functie Baudsnelheid Zie tabel hieronder Datalengte 8 bits 7 bits Pariteitscontrole Uitgeschakeld Ingeschakeld Pariteit Oneven Even Handshake...
  • Pagina 49: Model Met Usb-Interface

    11-3. Model met USB-interface AAN UIT No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 No. 1 2 3 4 DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 1 Schakelaar Functie Opdrachtemulatie (Star-lijnmodus) Altijd AAN Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Sensoraanpassing Ongeldig Geldig USB-modus Printerklasse Leverancierklasse Voorwaarden handshaking (voorwaarden...
  • Pagina 50: Model Met Ethernet-Interface

    11-4. Model met Ethernet-interface AAN UIT No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 No. 1 2 3 4 DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 1 Schakelaar Functie Opdrachtemulatie (Star-lijnmodus) Altijd AAN Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Sensoraanpassing Ongeldig Geldig Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Voorwaarden handshaking (voorwaarden Offline of ont- Ontvangstbuffer...
  • Pagina 51 n Instellingen initialiseren Druk op het schakelaartje zoals hierna beschreven om de instellingen te initialiseren. Houd de schakelaar één tot vijf seconden ingedrukt tijdens normaal gebruik. Het groene en rode lampje beginnen te knipperen in een regelmatig patroon. Vervolgens drukt u in die toestand het schakelaartje Drukknopje opnieuw in (eenmaal). Het rode en groene lampje gaan uit. Hiermee hebt u de interfacekaart de van fa- briekswege vastgelegde standaardinstellingen terug- gegeven. Na het initialiseren van de interfacekaart wordt de printer automatisch opnieuw gestart.
  • Pagina 52: Model Met Interface Voor Draadloos Netwerk

    11-5. Model met interface voor draadloos netwerk AAN UIT No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 No. 1 2 3 4 DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 1 Schakelaar Functie Opdrachtemulatie (Star-lijnmodus) Altijd AAN Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Sensoraanpassing Ongeldig Geldig Mag niet worden gewijzigd (moet aan zijn) Voorwaarden handshaking (voorwaarden Offline of ont- Ontvangstbuffer...
  • Pagina 53 Opmerking: • Dit product bevat een ingebouwd onderdeel voor draadloze communicatie dat alleen in de volgende landen mag worden gebruikt. • Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Ierland, België, Duitsland, Oosten- rijk, Zwitserland, Italië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Portugal, Spanje, Est- land, Finland, Griekenland, Luxemburg, Nederland, Canada, Slowakije, Slovenië, Tsjechië, Hongarije, Polen, Letland en Litouwen. • Dit product bevat een zendmodule die voldoet aan de R&TTE-richtlijn. • Dit product bevat een zendmodule met FCC-identificatiecode: M4B6180210. • Dit product bevat een zendmodule met IC: 5844A-6180210. • Houd u strikt aan de exportwetten van het exporterende land wanneer u dit product wilt exporteren. De ferrietkern aanbrengen (draadloos model alleen in de EU) Bevestig de ferrietkern op de kabel naar het randapparaat om storing te voorkomen. Gebruik de ferrietkern alleen voor het model met een draadloze interface voor gebruik in de Europese Unie.
  • Pagina 54 Kabel van een randapparaat aansluiten Sluit de kabel van het randapparaat aan op de connector van de printer. Steek het andere uit- einde in de connector van het randapparaat. EU uitgezonderd voor de EU – 51 –...
  • Pagina 55: Parallelle Interface

    12. Parallelle interface De bidirectionele parallelle interface is compatibel met de IEEE1284-compatibiliteitsmodus, nibble-modus en byte-modus. Zie de aparte programmeerhandleiding voor meer informatie. Tabel met signalen per modus Deze connector gaat samen met een Amphenol 57-30360-connector Parallelle connector (printerzijde) – 52 –...
  • Pagina 56: Seriële Rs-232C-Interface

    13. Seriële RS-232C-interface 13-1. Interfacespecificaties 1 Verzending van gegevens: Asynchrone seriële interface 2 Baud-rate: 4800, 9600, 19200, 38400 bps instelbaar (Zie “11. Stand van de DIP-schakelaars”.) 3 Woordlengte Startbit: 1 bit Databit: 7 of 8 bits (instelbaar) Pariteitsbit: Oneven, even of geen (instelbaar) Stopbit: 1 bit 4 Signaalpolariteit RS-232C MARK: Logische 1 (–3 V tot –15 V) SPACE: Logische 0 (+3 V tot +15 V) MARK 1 SPACE 0 A: Startbit B: Databit C: Pariteitsbit D: Stopbit – 53 –...
  • Pagina 57: Rs-232C-Connector

    13-2. RS-232C-connector Pennr. Signaal Richting Functie F-GND — Frame-aarde Verzonden gegevens Ontvangen gegevens Gelijk aan DTR-signaal. Niet gebruikt. 1) STAR-modus Niet gebruikt. 2) ESC/POS-modus DIP-schakelaar 3-7 = UIT: A) DTR/DSR-communicatiemodus Geeft aan of de ontvangst van gegevens van de host in- of uitgeschakeld is. Space: ontvangst ingeschakeld Mark: ontvangst uitgeschakeld (behalve bij verzending van gegevens via DLE EOT en GS a) B) X-ON/X-OFF-communicatiemodus Status van dit signaal niet gecontroleerd. DIP-schakelaar 3-7 = AAN: Dit is een extern resetsignaal. “ ” Een space met een pulsbreedte van meer dan 1 ms activeert de reset.
  • Pagina 58 Pennr. Signaal Richting Functie 2) ESC/POS-modus A) DTR/DSR-communicatiemodus Geeft aan of de ontvangst van gegevens van de host in- of uitgeschakeld is. Space: ontvangst ingeschakeld Mark: ontvangst uitgeschakeld De bezettoestand (BUSY) kan als volgt worden ge- wijzigd met een geheugenschakelaar: Geheugenschakelaar Printerstatus 1. I n de periode na het inschakelen van de printer (ook bij een reset via de interface) totdat de prin- BUSY BUSY ter gereed is voor de ontvangst van gegevens. 2. Tijdens het afdrukken van de BUSY BUSY printergegevens. 3. Wanneer de kap open is. — BUSY 4. Tijdens het invoeren van papier —...
  • Pagina 59: Kabelverbindingen

    13-3. Kabelverbindingen Hier worden de aanbevolen verbindingen voor de interfacekabel getoond. Printerzijde Hostzijde 25 pennen 9 pennen INIT Opmerking: Gebruik een afgeschermde kabel van maximaal 3 meter lengte. 13-4. Elektrische kenmerken Spanning Gegevenssignaal Besturingssignaal Binaire status -3 V tot -15 V Mark +3 V tot +15 V Space – 56 –...
  • Pagina 60: Interfaces: Usb, Ethernet En Draadloos Netwerk

    14. Interfaces: USB, Ethernet en draadloos netwerk 14-1. Specificaties USB-interface 1. Algemene specificaties: Conform de specificaties voor USB 2,0 2. Communicatiesnelheid: USB Full Speed (12 Mbps) 3. Communicatiemethode: USB Bulk Transmission Mode 4. Voedingsspecificaties: USB Self-Power 5. Connector: USB Type B (upstream) 14-2. Specificaties Ethernet-interface 1. Algemene specificaties: Conform IEEE802.3 2. Communicatiemedia: 10 Base-T/100 Base-TX 3. Communicatiesnelheid: 10/100 Mbps 4. Protocol: TCP/IP 5. TCP/IP-detail: ARP, RARP, BOOTP, DHCP, LPR, #9100, FTP, HTTP, TELNET, TFTP...
  • Pagina 61: Randapparatuur Aansluiten

    15. Randapparatuur aansluiten De connector voor randapparatuur kan alleen worden aangesloten op randapparatuur zoals kassa’s. Sluit hierop geen telefoon aan. Gebruik kabels die aan de onderstaande specificaties voldoen. Connector randapparatuur Modulaire plug Pennr. Signaal Functie IN/UIT Modulaire plug: MOLEX 90075-0007, richting AMP641337 of BURNDY B-66-4 Mantel Frame-aarde — Aders DRD1 Signaal 1 +24V Voeding +24V Voeding DRD2 Signaal 2 DRSNS Aftastsignaal Besturingsschakeling Aparte aarddraad verbonden met mantel De aanbevolen besturingseenheid wordt hieronder (Alleen Europa) getoond.
  • Pagina 62 Referentie 2SD 1866 Configuratieschakeling Output besturing: 24 V, max. 1,0 A TR1, TR2: transistor 2SD1866 of gelijkwaardig R1=10 k Ω R2=33 k Ω Opmerkingen: 1. O p pen 1 moet de mantel worden aangesloten die verbonden is met de frame- aarde van het randapparaat. 2. H et is niet mogelijk twee besturingen tegelijk aan te sturen. 3. D e besturing van het randapparaat moet aan de volgende voorwaarde voldoen: ON tijd / (ON tijd + OFF tijd) 0,2 4. D e minimale weerstand van spoelen L1 en L2 is 24 Ω . 5. D e absoluut maximale nominale stroom door diodes D1 en D2 (omgevings- temperatuur = 25°C) bedraagt: gemiddelde gelijkgerichte stroom in/uit = 1 A 6. D e absoluut maximale nominale stroom door transistors TR1 en TR2 (omge- vingstemperatuur = 25°C) bedraagt: collectorstroom Ic = 2 A...
  • Pagina 63: Instellingen Geheugenschakelaar

    16. Instellingen geheugenschakelaar Alle geheugenschakelaars zijn opgeslagen in een EEPROM. Raadpleeg de aparte handleiding met specificaties voor meer informatie over de functies en instellingen van de geheugenscha- kelaars. In de onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen van de geheugenschakelaars. Geheugenschakelaar Hexadecimale code 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 WAARSCHUWING Andere instellingen van de geheugenschakelaars kunnen ertoe leiden dat de printer niet meer goed werkt. – 60 –...
  • Pagina 64: Revisies

    17. Revisies Datum Rev.-nr. Aanpassing (Dag/Maand/Jaar) Rev.1.0 15/03/2007 Nieuwe versie Rev.1.1 15/09/2007 – 61 –...

Inhoudsopgave