Onderste zaagbladgeleider afstellen
De onderste zaagbladgeleider moet na elke bladwissel of
na het aanpassen van de zaagbladslag opnieuw worden
afgesteld.
1. Draai de inbusbout (D) los, verplaats de gehele onderste
zaagbladgeleider en stel het geleidelager af op 1 of 2 mm
van de onderrand van het blad. Draai inbusbout (D) weer
vast.
2. Draai schroef (E) los en stel het steunlager af op een afstand
van 0,5 mm van het zaagblad. Draai vervolgens schroef (E)
weer vast.
3. Draai schroef (F) los en stel de aanslaglager af op een
afstand van 0,5 mm van het zaagblad. Draai vervolgens
schroef weer vast.
Snijsnelheid aanpassen
1. Open de onderste vliegwielbeschermkap.
2. Maak de aandrijfriem los door de knop rechtsom te draaien.
3. Plaats de riem op het gewenste vliegwiel van de aandrijfpoelie
(onderste zaagblad) en het bijbehorende vliegwiel van de
motorpoelie.
BELANGRIJK!
De riemspanning aanpassen
!
Pas indien nodig de positie van de motor aan om de
riemspanning aan te passen.
1. Ontgrendel de motor en draai hem l i n k s o m om de spanning van de aandrijfriem te
verlagen. Draai de motor rechtsom om de spanning van de aandrijfriem te verhogen.
Snelheid :
Afbeelding 55: De snelheid
32
Fig. 54: Afstellen van de onderste
zaagbladgeleider
Onderste zaagpoelie
Motorpoelie
instellen
afstellen
Knop voor afstelling van de
riemspanning
Fig. 55 : De riemspanning