Inhoudsopgave
Advertenties
De bovenste zaagbladgeleider afstellen
Voor elke zaagbewerking moet de bovenste bladgeleider worden
aangepast aan het te zagen werkstuk. De bovenste bladgeleider moet
zich ongeveer 3 mm boven het werkstuk bevinden.
1. Draai de bevestigingsknop van de zaagbladgeleider los en stel de
hoogte van de zaagbladgeleider in met de instelknop.
Draai vervolgens de bevestigingsknop weer vast (zie Figuur
51).
2. Draai de schroef (A, Figuur 51) los en stel de positie van het
afrasteringslager zo af dat het lager zich 1 of 2 mm (Figuur 52)
van de zaagbladtanden bevindt. Draai vervolgens de schroef (A,
Figuur 51) weer vast.
3. Draai schroef (B, Afbeelding 51) los en stel de achterkant van
het handwiel af tot binnen 0,5 mm (Afbeelding 53) van de
achterkant van het zaagblad. Draai vervolgens schroef (B,
Afbeelding
51) weer vast.
4. Draai de schroef (C, Afbeelding 51) los en stel de aanslaglager af
op een afstand van 0,5 mm van het zaagblad. Draai vervolgens
de schroef (C, Afbeelding 51) weer vast.
Bevestigingsknop
Fig. 51: Afstellen van de bovenste
zaagbladgeleider
Afb. 52: De zaagbladgeleider
Afb. 53: De zaagbladgeleider
31
Knop voor
instelling
Zaagbladgeleider
superieur
Achteraanzicht van
het handwiel
Zijaanzicht van
het handwiel
Steunlager
Advertenties
Inhoudsopgave
